Interview trainer Jeroen Niks van DOS’37

“De selectie van DOS’37 is heel divers en zit goed in elkaar”
Jeroen Niks (40) is vanaf dit seizoen trainer van de club waar hij eerder heeft gespeeld en ook al assistent- en jeugdtrainer is geweest. Na vier jaar bij v.v. Den Ham en drie seizoenen bij Sparta Enschede maakt hij dit seizoen zijn debuut bij DOS’37 als hoofdtrainer. “Ik ben trots om hoofdtrainer van DOS’37 te zijn, ik heb er zin in. Laat het seizoen maar beginnen.” Na een aantal jaren in de tweede klasse bij VV Den Ham en Sparta Enschede mag hij het dit seizoen laten zien met DOS’37 in de eerste klasse. “We hebben een goede mix van wat oudere en jonge spelers. Ik hoop dat we dit seizoen rond plek zeven, dat is hoger dan voorgaande seizoenen, kunnen eindigen.”

Door: Richard Hoekstra

Clubcultuur

Niks is tot nu toe drie á vier jaar trainer geweest bij zijn clubs. Hij ziet dit ook als een goede termijn om iets bij een club neer te zetten. Bij Sparta Enschede was hij er relatief vroeg in het seizoen uit dat hij niet wilde verlengen. “Dan gaat de carrousel al draaien. Vaak begint dit in november al, als je pas acht of negen wedstrijden hebt gespeeld. Dat is eigenlijk van de zotte. Je moet al vroeg keuzes maken voor de toekomst. Van zowel de club als de trainerskant zal er wat stress zijn in zo’n proces.”

Zelf is Niks totaal niet gestrest geweest in die periode. Hij vindt het trainersvak een te mooie hobby om hier met stress mee bezig te zijn. Hij zoekt graag clubs die qua cultuur bij hem passen en clubs die willen investeren in een onderlinge relatie. Dat verwacht hij ook terug van de andere kant. “Als je bijvoorbeeld veel spelers hebt die overal vandaan komen dan wordt het lastiger om een goede band op te bouwen en een eenheid te vormen dan als je spelers hebt die uit hetzelfde dorp komen”.

Den Ham is een voorbeeld van een club waar vrijwel alle spelers uit hetzelfde dorp komen. “DOS heeft hierin wel de ambitie om het elftal herkenbaar te houden dus ook veel jongens van de club zelf.” Bij Sparta was dit anders. Qua cultuur passen de clubs die hij getraind heeft wel bij hem. “Den Ham lijkt dan nog het meeste op DOS waarbij het bij DOS dan wel iets professioneler is, we hier een klasse hoger spelen, maar ook als je de organisatie bekijkt en wat er verwacht wordt, is het wel wat anders dan bij Den Ham.” Dit seizoen heeft DOS een goede mix van wat oudere spelers en jonge aanwas vanuit de eigen vereniging. Inmiddels zijn Dennis Boshoeve, Jaap Mulderij en Marc Meier gestopt na vele jaren in het eerste elftal te hebben gespeeld. “Je levert met die jongens veel ervaring en kwaliteit in. Daar moet je eerlijk in zijn.Verder vindt Niks het mooi dat DOS´37 een bewuste keuze heeft gemaakt, dit komt ook in het beleidsplan terug, dat je moet nastreven om zo hoog mogelijk te spelen. “Hier moet goed beleid achter zitten. In het beleidsplan staat nu sfeer, binding en voetbal, dan moet je ook mensen hebben die hierbij passen en vervolgens naar handelen. De spelers die van buitenaf zijn voldoen volledig aan deze waarden en zijn een meerwaarde voor club & selectie.”

Dat hij de club als speler goed kent ziet Niks als een voordeel. “Ik weet hoe de cultuur binnen de club is en weet uit eigen ervaring wat de supporters en mensen binnen de club verwachten van het spel & gedrag van het eerste elftal. Daarnaast is het ook gewoon gezellig om veel vrienden en bekenden tegen te komen. Ik heb wel het gevoel dat zaken snel onder een vergrootglas komen te liggen als “clubman”. De “druk” om te presteren bij je eigen cluppie leg ik mijzelf zeker op, ik wil hier gewoon een geweldige periode als trainer beleven zoals ik als speler ook heb gehad. Daarbij ben ik gelukkig omringd door een zeer goede staf met veel echte Dossers. De betrokkenheid is enorm hoog en daarnaast is er veel plezier onderling. De samenwerking op het veld met Peter Knobbe (assistent-trainer) en Herman Franke (keeperstrainer) verloopt goed waardoor we de spelers ook individueel aandacht kunnen geven. Buiten het veld zorgen Gerreld Nijkamp, Bertran Minkjan en Martin Kottier ervoor dat alles tot in de puntjes wordt geregeld. En de medische staf heeft veel know how waarbij er goed wordt gecommuniceerd met betrekking tot de belastbaarheid van spelers.

Het trainersvak
Niks is het trainersvak gaan volgen omdat het spelletje een passie van hem is. Hij heeft zelf gevoetbald, onder andere bij DOS’37 maar ook bij Excelsior’31. “Op een gegeven moment werden mijn knieën slechter, het spelletje sprak me wel zo aan, van: daar wil ik wel in verder, fysiek was het niet verantwoord meer om nog als actief voetballer door te gaan. Eén jaar op een lager niveau vond ik prima maar daar merkte ik al snel van: daar ben ik nog te fanatiek voor.”

Toen hij zelf nog speler was in het eerste rolde Niks al in het vak als jeugdtrainer en gaandeweg is zijn interesse hierin blijven hangen. Hij is ook nog een jaar assistent geweest onder Douwe Jansen bij het eerste. “Toen was ik net een jaar gestopt na een jaar in het derde van DOS te hebben gespeeld.” Het fanatisme blijft wel. Na enkele jaren bij Excelsior’31 en in de jeugd van Heracles merkte Niks wel dat DOS qua niveau iets anders was. “Je probeert er niet in mee te gaan. Dat is soms best lastig. Je bent dan nog relatief jong dus het accepteren daarvan is moeilijk.” Dat merkt hij nu als trainer ook: “Met elf goede voetballers ga je de oorlog niet winnen.”

Zelf houdt hij als trainer wel van aanvallend & actief voetbal. “De aanpak van bijvoorbeeld een Klopp vind ik interessant, maar types als Simeone of Conte hoeven van mij niet. Die lopen soms nog meer dan sommige spelers in een wedstrijd.” Als trainer zijn er verschillende facetten: “a. Hoe je een elftal laat spelen, b. hoe je die jongens coacht en benadert, en c. hoe je je langs de lijn je presenteert. Dan moet je niet als een dolle langs de kant gaan staan. Dat zit ook niet in mijn persoonlijkheid. Ik probeer jongens zo goed mogelijk voor te bereiden voor een wedstrijd. Je kunt altijd nog wel wat dingen veranderen maar je moet als trainer niet de illusie hebben dat je in één keer alles kunt omdraaien. Daar heb je de rust voor en de wissels voor.”

• Verantwoordelijkheid
Niks is het er niet helemaal mee eens dat de invloed van een trainer ophoudt bij het startsignaal. “Dat vind ik te kort door de bocht. Ik begrijp het wel maar sommige trainers hebben het gevoel dat ze alles kunnen bepalen. De verantwoordelijkheid moet je in het veld ook aan de spelers zelf laten.” Dat ziet Niks ook in de huidige selectie terug. Er zitten best veel jonge jongens in de groep waarbij goede begeleiding van belang is. Uiteindelijk zal dit volgens hem ook minder moeten worden, vooral ook om de spelers hun eigen verantwoordelijkheid te laten pakken.

• Kwaliteit van de selectie
De kwaliteit van de selectie is dit seizoen heel verschillend, dat is ook nodig om te kunnen presteren. “Het is een selectie die divers is qua leeftijd maar ook qua persoonlijkheden, voetbal eigenschappen maar ook qua spelers per linie. De selectie steekt goed in elkaar.” De TC heeft afgelopen jaar snel de selectie in kaart gebracht en zeer adequate vervangers gehaald voor de spelers die zijn gestopt. En daarbij is er zeer goed gekeken naar wat we zelf in huis hebben.”

• Speelstijl
Als spelopvatting gaat Niks uit van een vaste formatie met daarin spelprincipes die ervoor moeten zorgen dat er structuur & duidelijkheid in komt en team & spelers zich kunnen ontwikkelen. “Maar bij DOS zullen we het wel anders doen dan dat we de afgelopen jaren bij Den Ham en Sparta Enschede hebben gedaan. Dit heeft vooral te maken met de kwaliteiten van de spelers en we acteren op een hoger niveau.”

• Doelstelling

De afgelopen jaren is DOS’37 vaak rond de achtste of negende plek geëindigd. Een zevende plaats zou dus al een verbetering zijn. “Tot nu toe hebben we nog geen resultaat doelstelling uitgesproken, onze doelstelling zit met name in het ontwikkelen van de speelwijze & de spelers en uiteindelijk moet dit in een goede eindklassering eindigen. Een zevende plaats is een realistisch doel. Dat is onderkant linkerrijtje.”
Niks vindt het moeilijk in te schatten hoe sterk de competitie is. Hij vermoedt dat er een ploeg of drie, vier (SVZW, Bennekom, SDV Barneveld en Go Ahead Kampen) bovenuit steekt met daaronder een brede middenmoot waar DOS’37 ook onderdeel van uit maakt. Qua voetbalinhoud kent hij de tegenstanders niet, dat is allemaal nieuw. “Tuurlijk ken ik wel iets door contact met andere trainers dan weet je wel wat. Maar het is niet zo dat je in de tweede klasse op een gegeven moment na twee jaar weet wie de teams zijn en hoe ze spelen. Dat is in de eerste klasse allemaal nieuw voor mij, dat is ook wel weer leuk.”

• Persoonlijke ambitie
Jeroen Niks debuteert dit seizoen in de eerste klasse. Hij ziet voor zichzelf nog wel wat uitdagingen weggelegd waarin niet alleen zijn team maar ook hijzelf nog stappen kan maken. “Het niveau is natuurlijk anders dan voorgaande jaren, op tactisch niveau vind ik het wel interessant om me daarin te ontwikkelen, maar ook het stukje coaching en begeleiding, daarin heb ik bij Sparta Enschede wel veel geleerd. Daar moest ik veel meer managen dan bij Den Ham. Als een speler dan niet speelde dan was het gelijk van hup, maandag een gesprekje. Van waarom speel ik niet? Dan had je wel meer dingen om uit te leggen en dat deed ik in het begin dan ook. Ik wil er veel tijd en energie in steken maar dan moet de speler zichzelf ook goed spiegelen en als het op een gegeven moment een repeterend iets is dan leg ik de bal ook gewoon bij de speler neer. Niks wil zich vooral ontwikkelen in hoe je omgaat met individuen binnen een team en daarnaast ook het team als geheel laten ontwikkelen.

Newsoutside Sportverlichting PBSoccer