Gerard Hopster: “Op mijn 21e werd ik zelfs de jongste scheidsrechter in de Hoofdklasse”

Vijftig jaar geleden richtte hij in de nieuwe wijk van Enschede de korfbalvereniging Wesselerbrink op. Door een fusie ging deze vereniging op in DOS later DOS-WK, door een fusie met Wesselerbrink, geheten. En dat waren ze op de Nieuwjaarsreceptie van DOS-WK niet vergeten.

Klopt toch Gerard Hopster?

Correct. Op 18 september 2018 was het 50 jaar geleden dat we het speeltuingebouw van speeltuinvereniging Tuindorp-Wesselerbrink de korfbalvereniging Wesselerbrink hebben opgericht, waarna we 50 jaar lang in Enschede geprobeerd hebben de korfbalsport te promoten. Eerst als Wesselerbrink, daarna na de fusie met DOS in 1989 als DOS-WK. Uiteraard een geweldige plek om nog eens met diverse bekenden herinneringen op te halen.

Maar ik kan me niet voorstellen dat je pas toen door het korfbalvirus was aangestoken. Wanneer is alles begonnen?

Ik ben inmiddels 76 jaar jong en nog actief voor de korfbalsport als korfbalmedewerker voor de TC Tubantia en De Gelderlander. Op mijn 12e kwam ik voor het eerst via schoolkorfbal in Almelo in aanraking met deze sport en heb ik de eerste stappen gezet op de velden van AKC aan de Bornsestraat, direct naast het historische terrein van Heracles. Op mijn 16e ben ik begonnen aan de opleiding voor scheidsrechter en vanaf mijn 17e kon ik na leeftijdsdispensatie- beginnen aan een reguliere loopbaan als arbiter.

Na de opleing tot onderwijzer aan de Rijkskweekschool in Hengelo volgde ik mijn grote liefde Betsie die bij Rigtersbleek korfbalde, achterna naar Enschede, kreeg daar een baan aan de Van Gelderschool in de wijk Wesselerbrink en heb daar ruim 35 jaar met veel plezier gewerkt.

In die periode heb ik mij op talrijke gebieden binnen de korfbalsport bewogen en naast het oprichten van Wesselerbrink vooral bezig gehouden met het van de grond krijgen van schoolkorfbal, fluiten op het hoogste nationale en internationale niveau, docent bij de scheidsrechtersopleiding en bestuurlijk werk gedaan als bestuurslid en voorzitter van de toenmalige OKB. Schrijven zat toen al in het bloed en als redacteur van het clubblad van Wesselerbrink, de OKB-er en De Scheidsrechter heb ik veel plezier gehad en veel kunnen leren dat me later van pas kwam als korfbalmedewerker.

Enschede was toen al rijk aan korfbalverenigingen en er toch weer eentje bij.

Dat werd me aanvankelijk ook niet in dank afgenomen. Vooral buurtclub DOS aan de Van Deinselaan had daarmee problemen, maar ik was er heilig van overtuigd dat in nieuwe wijk als De Wesselerbrink waar op den duur 30.000 inwoners zouden komen wonen, een korfbalclub levensvatbaar was. De geschiedenis heeft geleerd dat dit correct was. Op ons hoogtepunt stonden er zelfs meer dan 300 leden geregistreerd. Uiteindelijk is alles toch nog op zijn pootjes terecht gekomen.

Ik meende mij ook te herinneren dat je vrouw maar ook je dochter gespeeld hebben.

Dat de korfbal een echte familiesport is, is bij ons gezin nadrukkelijk bewezen. Mijn vrouw Betsie speelde na Rigtersbleek vele jaren in het eerste team van Wesselerbrink, mijn zoon Patrick volgde dit voorbeeld en mijn dochter Ingrid bracht het zelfs tot speelster in Jong Oranje en het grote nationale team onder leiding van bondscoach Ben Crum.

Korfbal in drie vakken. Waar ging jouw voorkeur naar uit om te starten?

Mijn ervaringen liggen voornamelijk bij 3 vakken en pas vanaf 1969 bij de introductie van microkorfbal, het huidige zaalkorfbal heb ik van twee vakken kunnen genieten, Het succes was zo groot en het aantal leden binnen het NKV namen dusdanige vormen aan, dat uiteindelijk ook het twee vakken korfbal op het veld werd geïntroduceerd. Vooral in de zaal is deze vorm een groot succes en krijgt dan ook terecht de meeste aandacht.

Wat was de aanleiding dat je bent gaan fluiten?

Als speler was ik bij AKC geen topper en was het tweede team het hoogst haalbare. Op aandringen van een bekende AKC’er ben ik mij toen gaan toeleggen op het fluiten, eerst bij de jeugd en daarna bij de junioren en senioren. Ik bleek talent te hebben en op mijn 21e werd ik zelfs de jongste scheidsrechter in de Hoofdklasse. Op mijn 34e heb ik een stapje terug gedaan om meer aandacht aan Wesseklerbrink te kunnen geven.

In die 13 jaar werd ik IKF-arbiter, leidde 2 zaalkorfbalfinales en een echte zaalinterland in Deurne tussen Belgie en Nederland(neutrale buitenlandse arbiters waren er toen nog niet). Daarna heb ik nog 20 jaar gefloten op districtsniveau.

Deed je in die tijd al aan het opleiden van scheidsrechters?

Ja, ik heb er heel veel opgeleid to zelfs in Duitsland en Tsjechie toe.

Heb je nog invloed gehad op het wijzigen van de spelregels om het spel voor het publiek aantrekkelijker te maken?

Ik was een aantal jaren lid van de spelregelcommissie van het KNKV en in die tijd hebben we de strafworp stip ingevoerd en is het materiaal van de korven verbeterd. Ook werd mijn stijl van fluiten (affluiten voor overtredingen op plaatsen waar de bal niet is) veelvuldiger toegepast en werden experimenten gehouden met de paal centraal in het vak en 2 vakken op het veld.

Dan gaan de korfballers/sters de zaal in. Een omschakeling ook voor jouw of heb je nooit in de zaal gefloten maar wel meegeholpen aan het maken van specifiek zaalregels c.q techniek voor scheidsrechters?

Met de invoering van de zaalkorfbalcompetitie is er ook langzamerhand een verandering in techniek, tactiek en scheidsrechtersoptreden geweest. Op die verandering heb ik nagenoeg geen invloed gehad.

Kan me zelf de jaren negentig nog herinneren dat Enschede met (EKC) Nääs en DOS-WK landelijk het hoogste heeft gespeeld, maar dat is nu wel een stuk minder, ook regionaal gezien. Amicitia en AKC hebben het ook geprobeerd maar dat was ook niet direct een succes.

Zo lang de Twentse clubs halsstarrig vasthouden aan hun eigen identiteit en niet bereid zijn een topteam Enschede of een topteam Twente bestaande uit de beste spelers en speelsters van hun vlaggenschepen, zal het korfbal in deze regio in de marge blijven opereren. Er is een aantal keren geprobeerd iets in deze richting op te tuigen, maar helaas steeds mislukt.

Het verslaan van de wedstrijden voor de radio Oost was echt een passie voor je. Hoe lang ben je daar mee doorgegaan?

Dat was ook een geweldige tijd. Van 1983 tut 1998 heb ik heel veel plezier met een reportofoon en een UHER langs de lijn gezeten em ook daaraan heel veel contacten over gehouden.

Naast de vele ups kende jij ook downs.

Helaas wel. Rond de eeuwwisseling werd ik toen ik voor de klas stond, getroffen door visuele problemen waardoor ik mijn beroep en daarna ook mijn hobby heb moeten stoppen of minimaliseren. Ook het verlies van Betsie drie jaar geleden, heeft een flinke deuk toegebracht, maar bij de pakken neer gaan zitten is nooit mijn stijl geweest.

Jij schrijft nog steeds de korfbalberichtjes in de TC Tubantia. Is dit de enige binding die je nog met het korfballen hebt of voorzie je her en der verenigingen nog van advies?

Ik schrijf met veel plezier de bijdragen in de krant. Daardoor blijf ik prima op de hoogte van alles wat er binnen de korfbalwereld gebeurd, maar verder gaan mijn bemoeienis niet.

Hoe kijk jezelf in het algemeen tegen de pers aan wat het korfballen betreft. Volgens mij mag het best een paar onsjes meer zijn, of niet?’

Uiteraard willen de korfballers meer aandacht voor hun sport. Meestal ergert men zich aan de onevenredig vele aandacht voor de voetbalsport, maar we moeten wel zo reëel zijn dat er door de sportredacties gewoekerd moet worden met de beschikbare ruimte (en dat ligt niet altijd aan de sportredacties!) Gelukkig komt er on-line steeds meer aandacht voor onze sport zoals op www.sportintwente.nl

 

Newsoutside Sportverlichting PBSoccer