De jubileumcommissie is misschien wel een jaar bezig geweest om een mooi eeuwfeest voor het jubilerende Rksv De Zweef te organiseren. Maar van dit alles lijkt helaas door het coronavirus weinig van terecht te komen. Of ben ik te somber Jan-Pieter van Vree?
Helaas niet. Bestuur en jubileumcommissie van Rksv De Zweef hebben namelijk besloten de feestweek ter gelegenheid van het eeuwfeest van deze voetbalclub vanwege de coronacrisis uit te stellen. Het is heel jammer, spijtig en zelfs verdrietig dat we dit besluit hebben moeten nemen. Jammer voor onze leden die zich verheugden op het feest. Jammer ook voor de mensen die al heel veel tijd in de organisatie hebben gestopt.
De Jubileumcommissie is in 2017 al gestart met z’n werkzaamheden. We zijn begonnen met een aantal basisafspraken, zoals: hoe lang gaan we feestvieren en wat zijn de belangrijkste zaken die we moeten regelen? We zijn nu zover dat we het programma klaar hebben en alleen nog fine-tunen.
Ja en dan komt corona op visite. Het kabinet heeft maatregelen afgekondigd tot 6 april. In z’n toespraak heeft de premier aangegeven dat is gekozen voor een strategie waarbij het virus zich langzaam verspreidt. “Dat kan lang gaan duren”, zei hij erbij en dat denk ik ook. Dus na 6 april zal er niet veel in positieve zin veranderen.
Zijn er verschillende opties? EK 2020 gaat bv. ook naar 2021.
Op papier zijn er een hoop opties zoals een paar maand opschuiven. Zoals het er nu voor staat wordt 100 jaar De Zweef gevierd in dezelfde periode in 2021, maar er zijn nog andere opties. Zodra duidelijk is wanneer zaken zich normaliseren zullen we als commissie bij elkaar komen om daarover te praten.
Mensen die kaartjes hebben gekocht voor de Theatershow in ZINiN en de reünie hoeven niet bang te zijn dat ze hun geld kwijt zijn. Kaartjes blijven geldig en inschrijvingen voor de reünie (“biepraot’n”) blijven genoteerd.
Wat nog wel voor 2020 op het programma staat, is de presentatie van het boekwerk over 100 jaar De Zweef. De vormgeving daarvan is nagenoeg klaar en dan kan het boek naar de drukker. De bedoeling is dat het begin juni verschijnt. Dan gaan we het ook presenteren. Hoe , dat moeten we nog bedenken.
Terug naar 15 juni 1920 want toen is het allemaal begonnen. Sceptische mensen in Nijverdal vroegen zich af hoe lang De Zweef zou bestaan. Zoveel argwaan of wantrouwen?
De jongens die de club oprichtten wilde graag competitie spelen. Niet langer onderlinge wedstrijdjes tegen andere buurten of straten. In eerste instantie schreven zij zich in bij de katholieke bond, maar toen bleek dat er in de buurt veel te weinig clubs waren en men dus (heel) ver zou moeten reizen voor deelneming aan de competitie. Ze besloten dus al snel lid te worden van de Twentsche Voetbalbond (de neutralen). Dat vond de pastoor zacht gezegd, niet zo leuk. Vandaar de gedachte dat het wel eens snel afgelopen zou kunnen zijn, want als je in die tijd de kerk tegen je had…..
Of was het toch geld en weinig of geen leden?
Geld speelde toen bijna geen rol. De jongens betaalden een beetje contributie voor materiaal en bondslidmaatschap en maakten zelf een veld in orde. In de eerste jaren waren er te weinig leden voor bondslidmaatschap, maar toen het er een stuk of 30 waren, was dat akkoord.
De Zweef heette bij de oprichting Hercules, maar die naam was voor de Rooms Katholieke Voetbal Bond niet acceptabel en van deze bond kreeg het de naam Viktoria.
Zo is het niet helemaal. Waarom Hercules verdween, is niet bekend. Victoria kozen de jongens zelf. Niet zo gek, want onder die naam waren in Nijverdal al eerder twee (dan al opgeheven) clubs actief geweest.
Maar jullie waren niet de enige voetbalvereniging in Nijverdal.
Op het moment dat onze club werd opgericht waren er heel veel buurtclubjes in Nijverdal, die onderling speelden. Er was één “echte” club en dat was de VV Nijverdal; later samengegaan met Eversberg en inmiddels opgeheven. Daardoor zijn wij nu de oudste club in de gemeente.
Waar werd er gespeeld?
Begonnen werd op een terrein van Poe Hein (Evers) bij het spoor. Daarna van Teeselink Mans dat ’t Vaandert werd genoemd. Later verhuisde de club naar de oude befraafplaats aan de Hellendoornscheweg (nu De Joncheerelaan). Ook huurden ze een stuk weide in de Boonenkamp. In de jaren dertig verhuisde De Zweef naar een terrein boven op de berg (waar nu het bezoekerscentrum van staatsbosbeheer is). Daar had de club zelfs een eigen tribune met daaronder kleedkamers. Spelers van andere verenigingen keken de ogen uit. Van daar verhuist de club rond 1950 naar Gagelman. Eerst samen met DES en Nijverdal aan de Duivecatelaan en vanaf 1972 op Gagelman-zuid aan de Koersendijk. Daar bouwden we ook ons eerste clubgebouw.
Ik las dat er in het begin tegen een namaak voetbal werd aangetrapt.
Ballen waren erg duur. Vaak maakten jongens een bal van een varkensblaas. Die haalden ze bij een boer die zelf slachtte of bij de slager. Drogen, schoonmaken en opblazen. Dat was een hele kunst. Sommigen waren daar heel goed in. Toen De Zweef competitie ging spelen, moest dat met een echte bal. Die konden ze kopen van een gift van maar liefst 2,50 gulden van oma Krukkert.
In 1921 werden jullie lid van de Twentse Voetbal Bond, maar die keurde de velden af.
Het was een slecht veld, liep schuin af en kon niet dienen als wedstrijdveld.
In 1924 sloten jullie je aan bij de KNUVB en toen werd ook Viktoria veranderd in De Zweef. Maar dit had ook een reden.
Later bij de overstap naar de Roomsche Bond moesten ze Victoria laten vallen want onder die naam was er al een club. Toen viel de keuze op de naam de Zweef. Over de herkomst daarvan doen en deden veel verhalen de ronde. De meest plausibele verklaring is dat De Zweef een verwijzing is naar de zweefduiken van de toenmalige doelman Johan Kaizer.
Vanaf het eerste competitiemoment volgde eigenlijk promotie op promotie.
De Zweef werd kampioen in 1924, 1927 en 1929. Dat kwam omdat het voor een aantal goede voetballers aantrekkelijk was in een echte competitie te voetballen. Zij meldden zich aan bij De Zweef, dat zo over een sterk team beschikte. Je had toen trouwens kleine competities met een stuk of acht teams.
Na tien jaar had De Zweef al 100 leden en ook 100 donateurs. Het ging dus crescendo.
100 leden was niet zo slecht in die tijd. Gezien het potentieel (alle katholieke jongens van Nijverdal) was 100 niet extreem. Maar de club kon tevreden zijn. Met die 100 leden lag een basis voor continuïteit.
En toen kwam de oorlog en werd alles vernietigd en tot overmaat van ramp degradeerden jullie uit de derde klasse van de KNVB.
In de oorlogsjaren is er nog lang door gevoetbald. Voor sommige clubs (zoals DES en SVVN) was het verbod voor Joden om lid te zijn, aanleiding te stoppen. De Zweef heeft doorgespeeld tot de bond stopte. Dat was in 1944. Doordat veel jongens in de “Arbeitseinsatz” zaten (verplicht werken in en voor de Duitsers) waren teams danig verzwakt en stond er soms de ene week een heel ander team op het veld dan de andere week.
Na de oorlog werd de draad weer opgepakt en in het seizoen ‘84-’85 promoveerden jullie naar het walhalla van het amateurvoetbal, de hoofdklasse.
Het bereiken van de hoofdklasse is voetballend gesproken het hoogtepunt in de clubgeschiedenis. Vier keer kampioen in vijf jaar tijd en eindigen in de hoofdklasse; het hoogste amateurniveau van Nederland! Het begon met een lichting hele goeie voetballers, die door trainer Henk Buursink werden ingepast in het bestaande eerste elftal. Dat was een schot in de roos.
Deze jonge lichting (met veel talent) was bezeten van voetbal. Een sterke stimulans daarin was ook trainer Kas Woudsma (de legendarische keeper van DES en het Nederlands zaterdagelftal). Hij heeft in de jaren dat hij bij De Zweef trainer was, de basis gelegd voor “nooit opgeven; altijd doorgaan en vechten tot je erbij neer valt”. Voetbal, voetbal en nog eens voetbal. Dat was alles waar de jongens zich mee bezig hielden. Gaven zichzelf straftraining als ze verloren hadden.
Onder het eerste leverde het tweede ook grootse prestaties en leverde daardoor telkens nieuwe krachten aan, die makkelijk mee konden met het eerste. De flow die ontstond maakte De Zweef onoverwinnelijk. Vooral thuis werd bijna nooit verloren. Teams gingen met lood in de schoenen naar Gagelman. En daar werden ze ingepakt, strikje erom en weer terug naar huis.
Het behalen van al die kampioenschappen en het bereiken van de hoofdklasse had als zijdelings effect dat alles kon en lukte bij de club. Al die feesten. Al die lol en plezier. Iedereen wilde bij zo’n club horen. Het achtste elftal bracht Zweefliedjes uit op een grammofoonplaat. Ongehoord in die tijd!
En wat dacht je van de support van de Zwevers? Thuiswedstrijden waar soms zelfs 3000 man (bv. tegen Rohda) aan de kant stonden! Met zoveel steun kun je je voorstellen dat De Zweef thuis niet te kloppen was.
Hoeveel teams had De Zweef op dat moment?
Geen flauw idee. Ik schat zo’n 12 seniorenteams en een stuk of 20 jeugdteams.
Hoe lang hielden jullie het vol in de hoofdklasse?
Iedereen (behalve de spelers) dacht dat het na een seizoen wel voorbij zou zijn. Een club met eigen jongens die niet werden betaald. Dat hou je niet vol. Het tegendeel was waar. De Zweef speelde tot en met het seizoen 1990-1991.
In het seizoen 1993-1994 kwamen we terug in de hoofdklasse via de nacompetitie. Het was ene bizar seizoen. Eerst leek het erop dat De Zweef zou degraderen uit de eerste klasse, maar na een eindsprint in de laatste periode kwam nacompetitie voor promotie in beeld en die werd gewonnen. Bizar, want voetballend hadden we in de hoofdklasse toen niet veel meer te zoeken. Degradatie na een seizoen was het gevolg.
In het seizoen ‘89-’90 kwam er ook G-voetbal.
Dat was bijzonder in z’n tijd. Na het initiatief een gehandicaptenteam in het leven te roepen, stond dat snel op het veld. Wat hadden die jongens een plezier. Maar wat kostte het een hoop inspanning. De groep begeleiding rond het team was groot en dat was ook nodig. Toen dat een paar jaar later uit elkaar begon te vallen, moest de club noodgedwongen stoppen met G-voetbal. Wel tekende De Zweef 25 jaar voor de jaarlijkse organisatie van het DVO-toernooi (toernooi van dagverblijven voor gehandicapten).
Het seizoen ‘96-’97 wordt wel het dieptepunt in het 100-jarig bestaan genoemd, maar dankzij de jeugd werd het tij snel gekeerd.
Een voetballend dieptepunt misschien, omdat we toen degradeerden naar de derde klasse. Terug bij af. Zo voelde het wel een beetje. Maar er gloorde heel veel licht aan de horizon. Want terwijl het eerste degradeerde en degradeerde was er een generatie A-jeugd op weg die zelfs de landelijke tweede divisie bereikte en afrekende met betaalde clubs als Emmen, Veendam en Heracles. Deze jongens zorgden vanaf 1998 voor een ommekeer die leidde tot de terugkeer uiteindelijk in de eerste klasse. En dat allemaal nog steeds met eigen jongens en zonder betalen.
Ondertussen kregen we bij De Zweef een nieuwe loot aan de stam: Meiden- en vrouwenvoetbal. In eerste instantie ene beetje een onderschoven kindje. Gelukkig keerde het tij. Wat ben ik blij met die nieuwe loot. De vereniging is er aan alle kanten beter van geworden. We konden mee-profiteren van de sterke groei van het vrouwenvoetbal en we hadden het geluk dat we het beste vrouwenteam uit de gemeente konden opstellen, dat het op zondag zelfs bracht tot de eerste klasse (in de vorige eeuw speelde de eerste lichting vrouwen zelfs in de hoofdklasse en hadden we Zweefdames in het Nederlands team). We hebben nu ook twee vrouwen in het bestuur en je moet niet gek opkijken als onze volgende voorzitter een vrouw is.
En hoe hangt op dit moment de vlag erbij?
De vraag is: “Wat is dit moment”? In het licht van corona hangt de vlag halfstok. Totdat het virus uitbrak, zag het er redelijk uit. Zondag 1 heeft het moeilijk in de eerste klasse door het vertrek van vijf ervaren krachten vorig seizoen. Klassebehoud behoort/behoorde wel degelijk tot de mogelijkheden. Zaterdag 1 mannen is/was op weg naar het kampioenschap of op z’n minst promotie. Hetzelfde geldt/gold voor ons VrouwenZa1.
Jullie hebben nu maar liefst ruim 900 leden. Dat noem je in de volksmond en in het vakjargon “gezond”.
We hebben ruim 900 leden. Dat is meer dan gezond. De gemiddeld voetbalclub in Nederland heeft ongeveer 350 leden. We zijn levensvatbaar. In veel opzichten kunnen we tevreden zijn. We blijven groeien, sportief gaat het goed en financieel zijn er (nog) niet al te veel zorgen. We hebben gespaard om een aantal belangrijke voorzieningen te treffen, zoals nieuwe ketels met heatpipes op het dak; vervanging en verduurzaming van het dak van het clubgebouw, aanschaf zonnepanelen e.d.
Jullie dragen nog steeds Rksv voor de naam. Bewust en heeft dit een speciale betekenis?
De Zweef is van oudsher een katholieke vereniging en heette dus ook zo. Vanaf de jaren zestig en zeventig veranderde er veel in de maatschappij en ook bij de club. Er was niet veel katholieks meer aan en bij de club. We hadden als logo inmiddels VV De Zweef en iedereen had daar vrede mee. Totdat er een lid in een ledenvergadering over begon en het zelfs aan kwam op een stemming. Er waren ongeveer 60 leden aanwezig: 32 stemden voor behoud van het katholieke en 28 niet. Zo werd de achtergrond weer katholiek. Toen in het begin van deze eeuw een nieuw logo werd gemaakt, werd aangesloten bij onze statuten waarin nog steeds het rk staat. Of er verder nog betekenis aan gehecht moet worden? Zie het Rksv maar als een soort geuzennaam, want verder stelt het volgens mij niet veel voor.
Vanaf het seizoen 2020/2021 spelen jullie net als vele andere verenigingen op zaterdag met De Zweef 1.
Ja, klopt. We hebben er lang over gedacht, maar zijn er ook toe gedwongen toen bleek dat het ondoenlijk werd een fatsoenlijk tweede elftal in de benen te hebben en houden. De maatschappij verandert en wij dus ook. Na de vrouwen en het instellen van een eerste zaterdagteam, verdwijnt in het jaar van ons eeuwfeest het prestatieve voetbal op zondag.
Natuurlijk leidde dit besluit tot emotionele reacties. Terecht, want we hebben met z’n allen 100 jaar op zondag gespeeld. Dat is een onlosmakelijk deel geweest van onze identiteit en een onlosmakelijk deel van onze tradities. Zoals gezegd: Tijden veranderen en de club moet verder. Op zaterdag. Is daarmee alles “kapot”??? Natuurlijk niet. De Zweef blijft De Zweef; dat verandert niet door een andere speeldag. Nu niet en nooit niet.
Jij bent zelf ook jarenlang voorzitter geweest, en erelid, hoe zou jij de vereniging willen omschrijven?
De Zweef is een echte familievereniging. In de basis is ook bijna iedereen echt familie van elkaar. Natuurlijk zijn er heel veel mensen “van buiten” gekomen, maar die mochten allemaal lid worden van de familie. Dat maakt de club bijzonder en ook hecht. Als de nood aan de man is, staat iedereen klaar voor elkaar. In goede tijden (feestvieren is bij ons haast nog belangrijker dan voetballen) en in slechte tijd (overlijdens, financiële moeilijkheden).
Nog een ultieme wens?
Ik hoop dat we er over 100 jaar nog zijn. Als er niks gebeurt, is dat zeker zo, maar ja, er verandert voortdurend van alles. Ik hoop eigenlijk dat we een mooie familieclub blijven. Met open armen voor iedereen die zich meldt om mee te doen. En dat mensen zich De Zweef herinneren als een fijne vereniging voor jong en oud.
Tot slot
Wil je nog meer weten en lezen over De Zweef? Wil je genieten van oude en vooral heel veel nieuwe foto’s uit de verre en dichtstbijzijnde geschiedenis? Koop dan het driedelig boek 100 jaar De Zweef. Voor slechts € 39,95 te koop via www.webshopdezweef.nl.