Nog maar net zwart-wit televisie, met buurtgenoten kijken we interlandvoetbal bij een Vroomshoopse boer in de buurt, die dat wonder van de techniek wel heeft. Ik zie als 6-jarig jochie mijn favoriet Abe Lenstra in de vijftiger jaren in het volgepakte Rheinstadion in Düsseldorf twee keer scoren tegen “regierend Weltmeister” Duitsland. Verover later een boek met technische acties van Abe in de lokale bibliotheek. Probeer het na te doen, zelfs mijn jongenskuif gaat van rechts naar links bij het overstapje over de bal.
Dat Us Abe een stront eigenwijze Fries is, die de keuzeheren van Oranje tot wanhoop drijft, interesseert me geen bal. Ik hoor Leo Pagano of Dick van Rijn op de radio over het gouden aanvalstrio Abe Lenstra, Kees Rijvers en Faas Wilkes jubelen. Dat is misschien nog mooier en magischer dan de toen nog ronde beeldbuis. De Belgisch Duivels worden in de Kuip in de derby der lage landen 1959 door Oranje met 9-1 in de pan gehakt door onder meer vier goals van Kees Rijvers. Hup Holland Hup en in mijn verbeelding zijn de dubbele cijfers bereikbaar geweest.
Abe kwam vanaf 1954 vanaf Heerenveen dichterbij voetballen, bij Sportclub Enschede. Zo kon ik mijn zwart gekuifde held later zelfs in levende lijve in Het Diekman zien. Vanaf 1960 bleef hij gelukkig in de buurt voetballen, toen nog een periode bij Enschedese Boys. Abe lijkt ergens op Lionel Messie van nu met z’n wandeltempo, dan weer door z’n snelheid en acceleratie op de momenten die er toe doen en door zijn geniale ingevingen.
De techniek is ongeëvenaard goed, zijn tweebenigheid was voor die tijd legendarisch en Abe had de bal aan een touwtje. Volledig in balans en altijd zien waar de keeper staat. 0m vervolgens genadeloos toe te slaan. Enig nadeel: Abe heeft de muts er niet altijd naar staan door zijn niet zelden nukkig karakter. Als Abe el er wel zin in heeft, zoals op 7 mei 1950 thuis in een legendarische wedstrijd op het Haagje met Heerenveen met Sportclub Heerenveen is het puur genieten geblazen. Er wordt onder leiding van de maestro met 6-5 van het grote Ajax, met spits Rinus Michels, gewonnen na een 1-5 achterstand met nog een half uur te gaan.
In zijn nadagen voetbalt Abe samen met Gerrit Kerkdijk van Sportclub Enschede met een oostelijk elftal op de Rohorst in Den Ham tegen een regionaal amateurelftal, waaronder de gebroeders Moddejonge. Van mijn cluppie Vroomshoopse Boys zijn Henk Lambers en Arend Vos, oud-Voorwaarts van de partij. Velen, waaronder ikzelf, zijn gekomen om Abe Lenstra nog eens in levende lijve te zien schitteren. Het lijkt eerst op een teleurstelling uit te draaien. Abe lijkt weer eens een ouderwetse baaldag te hebben en wekt de indruk als een soort “old star” aan wandelvoetbal te doen.
Totdat hij de bal ter hoogte van de middenlijn oppikt en met een welhaast buitenaardse lob de bal schijnbaar achteloos over de verbouwereerde keeper via de lat in de touwen deponeert. Abe kijkt de bal nog even na en sjokt terug op eigen helft, een afstand van luttele meters. Het talrijke publiek kijkt ademloos toe en vervolgens weerklinkt een langzaam ritmisch aanzwellend applaus. Iedereen beseft op die zaterdagmiddag op de Rohorst: dit was het laatste wapenfeit van een voetballegende.
Abe wordt naderhand nog trainer van verschillende Twentse en Sallandse amateurclubs, maar de grandeur is voltooid verleden tijd. Toch opvallend: Abe wordt nog trainer-speler van SOS Hellendoorn, terwijl hij al midden 40 is. De laatste stappen op het voetbalveld zet Abe bij de veteranen van PH in zijn toenmalige woonplaats Almelo.
Abe belandt na een hersenbloeding in september 1977 in een rolstoel. Vreemd is dat, zoiets wil je liever niet zien van je vroegere voetballegende. Dat is niet te rijmen met het beeld van onaantastbaarheid. Uiteindelijk keert Abe na een hersenbloeding in september 1977 met zijn vrouw Hil terug naar zijn roots Friesland, waar hij op 64-jarige leeftijd op 2 september 1985 toch nog plotseling overlijdt. Gelukkig eert Sportclub Heerenveen hem met een standbeeld en met de naam van het stadion.
De wapenfeiten van Abe Lenstra als voetballer zijn indrukwekkend. Hij speelt 730 wedstrijden in het betaalde voetbal en scoort daarbij 700 keer. Abe komt mede door de nodige strubbelingen met de “keuzeheren” van de KNVB tot slechts 47 interlands, waarin hij 33 keer scoort. Toevallig net zoveel als later Johan Cruyff, die qua karakter en voetbalkunde op Abe lijkt. Ajax en Internationale willen hem maar al te graag vastleggen en het Italiaanse Fiorentina uit Florence biedt Abe Lenstra zelfs een legendarische blanco cheque aan. De honkvaste Fries Us Abe bedankt zelfs voor dat ongelofelijke aanbod. Samen met Kick Smit en Faas Wikes is Abe Lenstra vereeuwigd in de stripheld Kick Wilstra.
Abe Lenstra blijft voor mij voor eeuwig een onvergetelijke en soort mystieke voetbalheld, die voor pure voetbalromantiek staat. Voetbal in zijn schoonheid ook, zoals het oorspronkelijk bedoeld is.
Foto’s met dank aan Klaas Dragt.