Spelersprofiel:
Naam: Martijn Abbenhues
Geboortedatum: 31-10-1973
Positie: Spits
CV SPELER:
RKSV BWO: 14 seizoenen; Jeugd/ 3e klasse zondag
SPORTCLUB ENSCHEDE: 2 seizoenen; Hoofdklasse zondag
FC TWENTE: 1 ½ seizoen; Eredivisie
FC ZWOLLE (PEC ZWOLLE): 2 ½ seizoen; Eerste divisie
FC JOKERIT (FINLAND/ HELSINKI): 1 seizoen; Veikkausliiga
STEVO: 1 ½ seizoen; Hoofdklasse zondag
SPORTCLUB ENSCHEDE: 3 seizoenen; 1e klasse zondag
VV RIGTERSBLEEK: 2 seizoenen; 3e en 2e klasse zondag
CV TRAINER:
Hoofdtrainer: VV Rigtersbleek 019-1; 2 seizoenen Hoofdklasse
Hoofdtrainer De Tubanters 1; 2 seizoenen 3e klasse zondag
Ass.trainer HSC’21 1; 3 seizoenen 3e divisie zondag
Wanneer en waarom ben je gestopt?
Ik ben voor mijn gevoel 3 keer gestopt. De eerste keer was in Helsinki waar ik heb besloten om te stoppen met betaald voetbal. Voor mijn gevoel had ik het maximale uit mijn prof carrière gehaald en ook had ik mijn sportieve doelstellingen bereikt. Dit kon ik niet meer overtreffen. Daarnaast vond ik het een prettig idee, dat ik mijn eigen afscheid kon bepalen en niemand anders, en ook niet door blessures. Was ik toen doorgegaan, had ik dat alleen gedaan voor het salaris en zou ik het dus gaan zien als werk en dat kon ik niet opbrengen. Iedereen weet dat de voetballerij een bijzondere wereld is, waarin ik heb kunnen overleven door oogkleppen op te doen om zo mijn doelstellingen te kunnen realiseren. Op het moment dat je die oogkleppen niet meer hebt, komt er te veel binnen, waardoor de leukigheid eraf gaat.
De tweede keer dat ik stopte, was bij Sportclub Enschede. Ik werd te druk, omdat ik een huis had gekocht. Deze ben ik compleet gaan verbouwen. Maar toen het huis af was, begon het toch weer te kriebelen en heb ik het weer opgepakt bij Sportclub Enschede. Een heel bijzonder elftal met een heel bijzonder afscheid.
Ik ben definitief gestopt met voetballen op mijn 35e, in een prestatief 1e elftal bij vv Rigtersbleek. Ik kwam steeds meer in de situatie dat wat ik in gedachten had, niet helemaal overeen kwam, met wat mijn lichaam kon. Hoe ouder je wordt, hoe meer je er voor moet doen en laten. Terwijl je op een leeftijd bent, dat je eigenlijk wilt afbouwen. Daarnaast is voetballen het mooiste spelletje, maar alleen als je de volledige controle hebt over jezelf, de bal en de tegenstander!
Mis je het zelf voetballen?
Ik mis vooral het teamgevoel, het wij gevoel. Samen ergens naartoe leven, de adrenaline na een doelpunt of overwinning, het nagenieten in de kleedkamer. Zowel na een lekkere training, als een wedstrijd. Vooral nadat je je helemaal leeg gespeeld had. Maar vooral de kleedkamer humor en de gezamenlijke uitstapjes.
Ben je liever trainer of speler?
Dat is niet zo moeilijk: ik ben liever speler.
Waar ben je het meest trots op?
Het laatste doelpunt in Het Diekman stadion tegen Heerenveen en het scoren in de openingswedstrijd van het nieuwe stadion, het ARKE Stadion tegen PSV met FC Twente. Het doelpunt in de kwart finale van de KNVB beker tegen FC Twente met FC Zwolle. Het spelen van de UEFA-CUP wedstrijd met FC Jokerit tegen CSKA KIEV. Voor een speler zoals ik, die nooit in geselecteerde jeugd elftallen heeft mogen spelen, ben ik erg dankbaar en trots dit allemaal nog mee gemaakt te hebben, en dat op latere leeftijd.
Heb je, met de kennis van nu, alles eruit gehaald?
Met de kennis van nu was ik er waarschijnlijk nooit aan begonnen. Je moet er zoveel voor doen, zoveel voor laten, zoveel over je heen laten lopen, zoveel accepteren, respecteren, investeren en vooral zoveel geduld hebben, dat het maar goed is dat je dit niet allemaal weet en voelt van te voren. De hoogtepunten hebben dit uiteindelijk allemaal meer dan goedgemaakt.
Had je veel last van de overstap van de amateurs naar FC Twente?
Mijn grootste overgang betreffende niveau van snelheid van denken en handelen was mijn overgang van BWO naar Sportclub Enschede. Daar speelden veel ex betaald voetballers, die ik in mijn eerste voorbereiding absoluut niet kon volgen. Toen erg veel geleerd en te danken aan jongens als Bert Jan Diphoorn, Richard de Boer, Michel Lubbers en Jan Bouwhuis: ieder op zijn eigen manier.
De overstap van Sportclub Enschede naar FC Twente is uiteraard ook een grote overstap, maar meer op een ander vlak. Dan kom je in aanraking met de harde wereld van het betaalde voetbal, de aanwezige hiërarchie en de druk van het altijd presteren. Hier speelden niet per definitie alleen maar spelers die veel beter waren dan spelers bij de amateurs, nee; hier speelden spelers die het altijd konden opbrengen om op de top van hun kunnen te spelen en vooral goed wisten wat ze wel, maar ook zeker wat ze niet konden. Betaald voetbal is een teamsport, waarbij iedereen vecht voor zijn eigen plekkie en eigenbelang dan ook de boventoon voert.
Hoe verliep de overstap van de profs, na jouw avontuur in Finland, weer terug naar de amateurs?
Die verliep niet zo goed, want de KNVB verbood mij om gelijk in te stromen. De competities in Finland lopen ietwat anders dan in Nederland en dus mocht ik niet halverwege instappen en moest ik geduld hebben totdat het nieuwe seizoen zou beginnen.
BWO, SC Enschede of Rigtersbleek?
SC Enschede is voor mij de belangrijkste club geweest die vanaf het eerste moment vertrouwen in mij heeft gehad en mij de mogelijkheid heeft gegeven mij te ontwikkelen op het hoogste amateurniveau. Dit is mijn springplank geweest naar het betaalde voetbal.
BWO is mijn jeugdclub waar ik altijd net niet goed genoeg bevonden werd tijdens het eerste jaar in elke lichting. Zo heb ik in de E2, D2, C2, B2 en A2 en het tweede gezeten. Een mooie club waar ik een hele leuke tijd heb gehad omdat ik met mijn vrienden speelde en niet te vergeten de tafeltennis na de training.
Rigtersbleek was voor mij een mooie vereniging waarbij ik kon afbouwen, maar wel op niveau. Minder trainingen, een lager niveau, maar wel met ambities om hogerop te komen. Een prachtig jaar waarbij we gelijk promoveerden. Vooral de prettige mensen van de vereniging en de blijdschap en dankbaarheid die daarop volgden staan me nog altijd bij.
Wat doe je nu en wat zijn je ambities/wensen?
Ik zit nog steeds in de voetballerij, zelfs met mijn werk. Ik werk voor Deventrade bv die een teamwear specialist is met de merken hummel, Stanno, DerbyStar en ons hockeymerk Reece. Ik ben mede verantwoordelijk voor de sponsorovereenkomsten en de sponsorconcepten van de 1100 amateurverenigingen, die we onder contract hebben.
Ik ben een extra vrijwilliger voor de vereniging en een extra personeelslid van de sportzaak.
Mijn ambitie is om de ervaringen die ik heb opgedaan als speler, met verschillende trainers, medespelers, tegenstanders, clubs, landen, dilemma’s, drama, veel twijfel, de rol als wisselspeler, afvallen en toch ook successen en andere gekkigheid te delen middels een interactieve presentatie voor (jeugd)spelers en trainers.
Wat is jouw top 3 van beste amateurs; waar je mee-of tegen gespeeld hebt?
Arnold Marshall zie ik als de beste en mooiste verdediger. Hij kon als geen ander aanvoelen en dus inschatten welke keuze de tegenstander ging maken. 2 tegen 1 was voor hem een makkie. Een sierlijke, eigenzinnige voetballer. Daarnaast heb ik met hem 15 jaar dag en nacht op straat, op het veld en in de zaal gespeeld en we elkaar echt blindelings aanvoelden. Als een van de jongste debutanten bij SC Heracles, ook voor mij een voorbeeld geweest.
Bert Jan Diphoorn is voor mij de beste en belangrijkste middenvelder geweest, die echt de ballen op je stropdas legde. Als aanvaller en zeker als diepe spits kreeg ik van hem net op het juiste moment de perfecte bal waardoor ik veel in scoringspositie kwam en ook veel doelpunten heb kunnen maken. Soms was hij echt weergaloos. Daar staat ook tegenover dat hij de moeilijkste speler was om mee te spelen, want als de bal 5 cm naast hem gespeeld werd liet hij hem lopen en schudde hij moedeloos met zijn hoofd. Hij kon niet begrijpen dat niet iedereen de ballen zo perfect kon inspelen zoals hij dat kon.
In de aanval is dat voor mij Metin Aydin. Als aanvalsduo veel met elkaar gespeeld en wij voelden elkaar blindelings aan. Ook hij speelde graag tikkie takka over de grond, korte balletjes met veel een-tweetjes. Mooie goede voetballer, die prachtige doelpunten kon maken maar ook een ander liet scoren. Daarnaast was hij ook buiten het veld een sfeermaker en belangrijk voor de groep.
Wat is je mooiste herinnering aan een trainer?
De belangrijkste trainer voor mij is absoluut Bert Jan Heins. Hij was voor mij de eerste trainer, die het echt in mij zag zitten. Hij heeft mij uiteindelijk uit het 2e van BWO naar het 1e gehaald en heeft mij vervolgens ook meegenomen naar SC Enschede. Naast een goede trainer, die op zijn tijd hard, arrogant en eigenzinnig kon zijn, is hij ook een heel fijn mens met uitstraling!
Wat was je mooiste sportpark?
Ik heb het sportpark van AGOVV altijd als erg mooi ervaren. Mooie klassieke tribune, mooie grasmat, in de bossen.
Wat was jouw specialiteit?
Ik moest het hebben van de kleine ruimte, deed bijna alles intuïtief , op gevoel en altijd doelgericht. Alles stond in het teken van doelpunten maken. Ik was niet de grootste en niet de sterkste, dus moest ik dit compenseren door slimmer en technischer te zijn.
Had je een bijnaam?
Ik heb verschillende bijnamen gehad. Op straat had iedereen een bijnaam en ik kreeg de bijnaam Mac. Dit was de afkorting van de Zweedse voetballer Magnusson van Benfica. Die was ook spits en blond. Daarnaast werd ik ook wel Appie genoemd bij de voetbal en op school.
Waar moet een goede spits aan voldoen, volgens jou?
Je hebt natuurlijk veel verschillende type spitsen die ieder op hun manier goed kunnen zijn. Uiteindelijk vind ik dat een spits doelpunten moet maken. Een vaste trap hierin is cruciaal, net zoals de timing. Wanneer schiet je, wanneer maak je gebruik van een schijntrap, kun je de keeper zien terwijl je ook oog hebt voor de bal en kun je goed inschatten waar afvallende ballen terechtkomen. Het bekende neusje voor de goal. Tegenwoordig hoor en zie ik teveel dat de spits een goede voetballer is, maar moeite heeft met doelpunten maken.
Wat is jouw advies aan de talentvolle spelers van nu?
Als je echt iets wilt, is alles mogelijk, maar leg de lat stapje voor stapje omhoog! Vooral geduld, kunnen omgaan met tegenslagen en oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Niet omdat het moet, maar omdat je het leuk vindt.
Wil je nog iets kwijt?
Ik vond het een eer om mee te doen aan deze rubriek. Daarnaast is het erg leuk om de verhalen van andere spelers, waar je mee of tegen gespeeld hebt , zo terug te lezen en waan je je weer even terug in die tijd. Een hele mooie tijd, waar ik met veel plezier op terug kijk.