Freek van Oenen: ‘Vroeger ging ik bij mijn opa achterop de brommer altijd naar het Diekman waar Sportclub Enschede speelde’

Spelersprofiel: Freek van Oenen

Geboortedatun: 22 oktober 1951

Clubs:

1958 – 1968 Rigtersbleek

1968– 1975 Sportclub Enschede (1973/74 éénjarig uitstapje naar Eilermark)

1975 – 1988 KVV Losser (naast speler van het eerste elftal, tevens drie jaar voorzitter geweest)

Positie: Bij deze vier clubs speelde ik in de voorste linie, hangend op rechts of links en op het middenveld.

 

Wanneer en waarom ben je gestopt?

Ik ben op mijn 37ste gestopt in het eerste van Losser (2de klasse KNVB) omdat het steeds moeilijker werd om iets aan het elftal toe te voegen. Mijn opvolger, Leon ter Huerne, stond te popelen om mijn plaats over te nemen. Ik had hem namelijk zelf benaderd om voor Losser te gaan spelen en mij op te volgen.

Wie was als speler jouw voorbeeld?

Vroeger ging ik, bij mijn opa achterop de brommer, altijd naar het Diekman waar Sportclub destijds speelde. Van heel veel spelers heb ik toen genoten om ze te zien voetballen en dat doe ik nu nog.

Bijvoorbeeld Abe Lenstra, Helmut Rahn, Johan Cruyff en Pele, die ik daar heb gezien toen Sportclub Enschede tegen Santos speelde. Ik ben nooit vergeten, dat ik toen voor het eerst in mijn leven allemaal hele donkere spelers zag in dat prachtige witte tenue van Santos. Indrukwekkend.

Had jij een specialiteit als speler?

Spelinzicht en met een hele snelle beweging de bal van mijn rechtervoet naar mijn linker voet kunnen spelen, wat voor mijn tegenstander moeilijk te verdedigen was.

Vroeger geleerd bij ‘boompje voetbal’. Als je boom driemaal geraakt werd, was je af. Dan gingen ze tegen de boom staan om mij te verdedigen. Jong geleerd, oud gedaan.

Waar ben je het meest trots op?

Mijn debuut op mijn 16de in het eerste van Rigtersbleek (3de klasse KNVB).

De gedeelde eerste plaats, samen met Ajax en Feyenoord, tijdens het kampioenschap van Nederland bij de geselecteerde jeugd met Sportclub Enschede in Zeist.

Mijn debuut als zeventienjarige speler in het eerste van Sportclub Enschede tijdens het kampioenschap van Nederland bij de zondagamateurs. Hierin verloren we de finale van Middelburg.

Heb je alles eruit gehaald als voetballer?

Ik ben ervan overtuigd dat ik dat wel heb gedaan. Kende heel goed mijn sterke en vooral mijn zwakke punten.

Ben je als speler ooit benaderd door een BVO?

Ik heb wel de mogelijkheden gehad om betaald voetbal te spelen. Toen ik 14 jaar oud was, kon ik naar de jeugdopleiding van Go Ahead in Deventer. Deze stond destijds bekend als een van de beste jeugdopleidingen in Nederland. Het feit dat je intern moest, was voor mij doorslaggevend om niet te gaan.

Na de finale tegen Middelburg ben ik benaderd door FC Twente. Ik vond dat ik net wat kwaliteit tekort kwam om het eerste van FC Twente te halen. In die tijd een van de sterkste teams in Nederland.

Wat is jouw motto als trainer en droeg je dat als speler ook uit?

Het maximale halen uit jezelf door hier heel veel voor te doen, maar vooral ook door hier veel voor te laten!!

Dat heb ik persoonlijk wel gedaan. Veel en hard trainen. Op jonge leeftijd was ik ervan overtuigd dat alcohol en roken schadelijk zijn voor je lichaam en heb daarom er nooit gebruik van gemaakt. In die tijd was dat bijzonder, omdat iedereen rookte en alcohol dronk (de jaren zestig).

Bij Sportclub was het altijd: 14 bier en een cola.

Wat is je mooiste herinnering?

De kampioenschappen als speler met Sportclub Enschede en KVV Losser (3 keer).

De kampioenschappen als trainer met Rigtersbleek (promotie 2de klasse) en Achilles’12 (promotie naar de hoofdklasse). In die tijd het hoogste amateurniveau.

Wat doe je nu en wat zijn je ambities/wensen?

In het seizoen 2021-2022 was ik hoofdtrainer bij Achilles’12, als oudste ooit. Ik werd ook wel de ‘Dick Advocaat’ van Twente genoemd. Klopt uiteraard niet, omdat ik veel knapper ben.

Na een ernstig auto-ongeluk van mijn vrouw was die functie niet meer te combineren met mijn privéleven. Omar Wennink heeft die taak van mij, per januari 2022, met succes overgenomen.

Op dit moment ben ik technisch manager bij Achilles’12.

Dit is na, zelf voetballen en daarna trainer zijn, een leuke job om bij het voetbal betrokken te blijven en hierdoor mijn kennis en ervaring over te brengen op jonge trainers.

Welke amateur mag in deze column niet ontbreken en waarom niet?

Bert-Jan Diphoorn, omdat dit de beste speler is waar ik als trainer mee gewerkt heb.

Karel Bartelink, de speler met de beste schaarbeweging op de Twentse voetbalvelden.

Henry Bennink, mijn beste vriend en medespeler bij zowel Rigtersbleek als Sportclub Enschede.

Mooiste herinnering aan een trainer?

Mister Robinson bij Sportclub Enschede.

Die trainde individueel met mij. Ik moest ontelbare keren een bal met links en rechts in de loop voorzetten vanaf de achterlijn. Ben daardoor een speler geworden die zowel met rechts als links goed uit de voeten kon.

Aan Cees Smit en Leo de Boer heb ik ook hele fijne herinneringen overgehouden.

Had jij een ritueel voor de wedstrijd en/of een bijnaam?

Mijn voetbaltas pakte ik zelf zorgvuldig in voor elke wedstrijd. Maar verder geen speciale dingen, zoals veel van mijn medespelers wel hadden.

Een bijnaam heb ik nooit gehad. Het was altijd Freekie. Er zijn mensen die mij nog steeds, na al die jaren, Freekie noemen.

Wat was je mooiste sportpark?

Op welk sportpark ik speelde, groot of klein, interesseerde mij helemaal niets als de wedstrijd maar gewonnen werd.

Als er gewonnen werd, was dat op dat moment het allermooiste sportpark.

Wat was je mooiste goal?

Ik moet daar veel te lang over nadenken, omdat ik veel simpele goals maakte, waarvan men dan zei: ‘dat had ik ook wel gekund als ik daar had gestaan’. Probleem was alleen dat ze er nooit stonden.

Bij KVV Losser heb ik er op die manier wel over de honderd gemaakt.

Eerlijkheidshalve moet ik bekennen ook heel veel plezier te hebben beleefd aan het voorbereiden van doelpunten. Dat zijn er nogal wat geweest in mijn loopbaan als voetballer.

Waar moet een goede aanvaller in jouw ogen aan voldoen?

Je moet de aanvallers verdelen in vleugelaanvallers en centrale aanvallers met ieder hun eigen specifieke kwaliteiten.

Vleugelaanvallers hebben snelheid, afrondende kwaliteiten, overzicht en het geven van een juiste voorzet/voortzetting nodig. Wat heb je aan een voorzet als er niemand staat? Het is zijn verantwoording, want als er niemand staat, kun je de bal beter niet voorzetten. Zonde van alle voorafgaande acties.

Het belangrijkste van een centrale aanvaller is, dat hij kan scoren, de beheersing over de bal heeft in een korte ruimte en het overzicht in de zestien kan behouden. Een open houding naar het doel heeft en op het kaatsen na, niet teveel met de kont naar het doel van de tegenstander speelt.

Draaien kost tijd en daarom doelpunten!

Wat is het grootste verschil tussen het voetbal in jouw tijd en de huidige generatie?

Het grootste verschil zit hem in de snelheid van het spel tegenwoordig en de fysieke gesteldheid van de individuele spelers. Dat verschil is nu vele malen groter dan destijds.

Het gelul over dat spelers zijn veranderd qua mentaliteit is van alle tijden. In mijn jeugdtijd werd er ook al gezegd dat het vroeger beter was.

Vroeger betekende destijds dat de tv nog uitgevonden moest worden en er gevoetbald werd met stalen neuzen in de voetbalschoenen!

Je mag blij zijn dat tijden veranderen anders is het wel heel saai op deze wereld. Je gaat mee in de verandering en waardeert het of je blijft lekker ronddwalen in die “goede oude tijd”.

In mijn tijd had je alleen maar voetbal. Tegenwoordig zijn er zoveel andere mogelijkheden voor de jeugd die ook voor hen aantrekkelijk zijn om te doen.

Wat is jouw advies aan de talenten van nu?

Je goed oriënteren op het niveau dat je wilt bereiken. Aan welke eisen/kwaliteiten moet je voldoen om daar te komen? Teleurstellingen op juiste waarde voor jezelf inschatten om er goed mee om te kunnen gaan. Hierdoor kweek je de juiste mentaliteit om je gestelde doel te bereiken.

Een talent te worden genoemd is niet altijd een voordeel. Het schept vaak hoge verwachtingen (ouders/omgeving) die voor een talent moeilijk waar te maken zijn.

Daarom hebben de jonge talenten het meeste baat bij realistische ouders om hem/haar daarin te ondersteunen c.q. te begeleiden.

Moet de VAR ook zijn intrede maken in het amateurvoetbal?

Hoe hoger het niveau, hoe groter de belangen. Ik denk dat de VAR op divisieniveau, in de toekomst, een reële kans heeft om in het amateurvoetbal geïntroduceerd te worden.

Laat ik even de praktische problemen, die dit met zich meebrengt, terzijde.

Heb je ergens spijt van?

Ik zou spijt kunnen hebben, door mijn intensieve manier van leven c.q. trainen in het verleden, van het feit dat ik al drie keer een kunstknie, een kunst knieschijf en een kunstheup heb gehad.

Maar dat heb niet, omdat ik genoten heb van mijn voetbalcarrière en het voor geen goud had willen missen.

Het is een belangrijk gegeven voor mijn ontwikkeling als mens geworden.

Het voetbal heeft mij veel gebracht als speler en als trainer. Heb er heel veel mooie herinneringen en fijne kennissen aan overgehouden.

Als ik 22 oktober van dit jaar 72 jaar wordt, is het precies 65 jaar geleden dat mijn vader, als verjaardagscadeau, mij lid maakte van Rigtersbleek. 65 jaar bezig met voetbal. Dat is wel een dingetje. Een prachtige mijlpaal!

Wil je nog iets kwijt?

Verwacht geen filosofisch afsluiter van mij, want daar zit niemand op te wachten.

Rick/Rob bedankt voor de gegeven aandacht aan de voetballer Freek van Oenen.

Newsoutside Sportverlichting PBSoccer