Dennis van Dijk: ‘In mijn tijd hadden we nog rechtspoten op rechts en linkspoten op links’

Spelersprofiel: Dennis van Dijk

Leeftijd: 48 jaar

Voetbalperiode:

DETO 1993-1994

Den Ham 1994-1995

ON 1995-1996

Den Ham 1996-1998

Werder Bremen II 1998-1999

Heracles Almelo 1999-2002

HSC’21 2002-2007

SVZW 2007-2010

 

Posities: met name aanvaller en middenvelder. Als jeugdspeler gespeeld bij vv Den Ham, in de Twentse selecties en mijn laatste jaar A-jeugd was bij FC Zwolle.

Wanneer en waarom ben je gestopt?

In 2010, toen was ik 35 jaar. Onze dochter werd in dat jaar geboren en dat in combinatie met het volgen van een HBO-opleiding maakte de keuze om te stoppen makkelijker. Afscheid nemen met een kampioenschap maakte het plaatje voor mij ook compleet. Toen heb ik letterlijk de voetbalschoenen bij SWZV in de business ruimte aan de wilgen (in dit geval een net) gehangen.

Wie was als speler jouw voorbeeld?

Ik keek als jongetje graag naar het spel van Maradona en de doelpunten van Van Basten. En al jaren genieten we denk ik van Messi, Ronaldo en Zlatan. Zo lang op zo’n hoog niveau spelen met alles wat erbij komt is ongekend goed, daar kun je alleen maar respect voor hebben in mijn optiek. Maar naar het spel van die twee linkspoten keek en kijk ik erg graag.

Had jij een specialiteit als speler?

Lastig om van jezelf te zeggen, ik denk wel meerdere; een hard schot (nam vaak de vrije bal), techniek, doelpunten maken, en koppen. Ik gaf nooit op, probeerde dat ook over te brengen op medespelers. Minder cliché is het kunnen lezen van het spel, weten waar de bal terecht gaat komen, hoe loop je en wat gebeurt er om je heen. Dat kan het verschil maken.

Waar ben je het meest trots op?

Ten eerste dat ik van hetgeen ik het liefste deed toen ik jong was, een aantal jaren mijn beroep heb mogen maken. Ten tweede dat ik vrienden aan de voetbal heb overgehouden en heel veel (levens)ervaring heb opgedaan. Dat laatste neem je mee in je verdere maatschappelijke leven.

Heb je alles eruit gehaald als voetballer?

Ja uiteindelijk toch wel, er zijn echter wel momenten in mijn carrière geweest waarvan ik wel eens heb gedacht ‘wat als’? Bij FC Zwolle kon ik van de A-jeugd naar de senioren maar koos ik er vanwege de studie voor om dichter in de buurt van Almelo te gaan voetballen. Geen idee hoe het anders was gegaan. En het jaar bij Werder Bremen heeft mij ontzettend sterk gemaakt waardoor ik een goede start bij Heracles kon maken. Helaas kreeg ik het eerste seizoen na 3 wedstrijden een virus infectie en werd erg ziek. Pas vlak voor het einde van de competitie was ik weer fit en kon gelukkig nog belangrijk zijn in de nacompetitie. Ik heb het gevoel dat ik daarna nooit meer op hetzelfde niveau terug ben

gekomen (mijn vriend Jos van Putten, toen de fysiotherapeut bij Heracles, beaamt dit nog wel eens). Wat als ik niet ziek was geworden, wat als ik bij Werder was gebleven. Voor het eerst (door deze column) heb ik ook het aantal officiële doelpunten van al die jaren proberen op te tellen, dat had ik nog nooit gedaan. Het zijn er zo rond de 190 in beker- en competitiewedstrijden, daar ben ik zeker trots op.

Zou je iedereen het voetballen in Duitsland aanbevelen?

Ja absoluut, het hangt echter wel af van de persoonlijkheid en mentaliteit van de speler. Als je geen goede mentaliteit hebt dan heeft het weinig kans van slagen. Ik vind dat er in Duitsland meer van spelers wordt gevraagd, met name ook de discipline buiten het veld. Daar moet je mee om kunnen gaan. De trainer (Thomas Schaaf) wist alles van ons. Wij trainden bij Werder 6x per week en ik speelde met jongens die voor nationale teams van Duitsland, Canada en Namibië uitkwamen. Dan leer je heel snel wat er wordt gevraagd, ik vond dat geweldig. Een van de jongens moest een keer een week met vuilniszakken onder zijn trainingskleding aan trainen toen het behoorlijk warm was, de trainer vond dat hij fitter moest worden.

Hoe was de overstap naar de profs en viceversa?

Dat was voor mij geweldig. Met Den Ham liepen we op de laatste speeldag promotie naar de hoofdklasse mis. Er kwam echter een telefoontje van de scout van Werder Bremen kan ik mij nog goed herinneren. Na dat gesprek heb ik gejuicht van geluk omdat een droom uitkwam. (Na een oefenwedstrijd en -training kreeg ik een contract aangeboden.) Werder kwam op een moment dat ik het niet meer had verwacht. Handtekeningen uitdelen na de eerste oefenwedstrijd voelde in het begin wat onwennig maar daar raak je snel aan gewend. En daarna de stap naar Heracles maakte mij trots. Daar ging ik al jonge jongen wel eens kijken en na de 3 actieve jaren ben ik er altijd gebleven. Daarna nog 8 jaren in de top van het amateurvoetbal. Daar moest ik in het begin weer even aan wennen maar bij HSC ’21 zag je gelukkig al snel wat voor kwaliteit er op het veld stond. Daar deden we ook veel samen en gingen we voor elkaar door het vuur.

Wat is het verschil tussen het voetbal op zaterdag en op zondag, naar jouw mening?

In de jaren dat het zaterdag- en zondagvoetbal nog was gescheiden stond het zondagvoetbal er om bekend dat er meer tactisch werd gespeeld door betere ploegen en dat het zaterdagvoetbal meer leefde en met meer passie werd beleefd rondom de eerste elftallen, dus met meer bezoekers en vollere kantines. Dat beeld herken ik absoluut, hoewel in de echte top van het amateurvoetbal de verschillen qua niveau er eigenlijk niet waren, dan ging het om details.

Wat is je mooiste herinnering?

Meerdere. Het algehele zondag kampioenschap met HSC’21 springt er wel uit. Het avontuur in Duitsland en spelen voor Heracles kijk ik met veel plezier op terug. Bij meerdere clubs heb ik echt hele mooie dingen meegemaakt. Uiteraard de kampioenschappen bij Den Ham, HSC’21 (2x) en SVZW (met vrienden Nick de Graaf en Marnix Smit). Dat blijft je altijd bij. Minder leuk was de degradatie met DETO uit de hoofdklasse in mijn eerste jaar bij de senioren. Maar als speler en mens leer je daar toch ook weer van, zoals omgaan met teleurstellingen.

Bij Den Ham en Heracles voelt het als thuis, dat is bijzonder. Met mijn broer in hetzelfde team spelen en samen succesvol zijn is iets waar ik blij van word als ik daaraan terugdenk. Verder; toen we met Den Ham in de voorbereiding tegen Heracles met 2-2 gelijk speelden (dit was een jaarlijkse traditie tussen deze twee clubs) om vervolgens een paar jaren later in diezelfde wedstrijd als prof het andere shirt te dragen. Toen wonnen we met Heracles gelukkig wel.

Met HSC ’21 in de rust met 0-1 achter staan tegen Achilles 1894 en toch met 8-1 winnen. Dat is bv ook een wedstrijd die mij bij is gebleven.

Wat doe je nu en wat zijn je ambities/wensen?

Al jaren ben ik werkzaam bij de gemeente Hengelo, momenteel als teammanager van team Werk bij de afdeling Werk en Inkomen (onderdeel van de uitvoeringsorganisatie voor de gemeenten Borne, Hengelo en Haaksbergen). Bij Heracles heb ik nog een vrijwilligersfunctie. Ik heb altijd ambities gehad en dat zal denk ik ook zo blijven, probeer het beste uit mezelf te halen.

Qua sport loop ik momenteel weer vaker hard, soms ook een wedstrijd, dan komt de gezonde spanning weer vanzelf boven, dat geeft mij een goed gevoel. Verder vind ik mountainbiken leuk en vanaf het voorjaar weer tennissen. Ik hoop dat we met oud Heracles ook weer wedstrijden gaan spelen in de regio. En verder, een rol bij een voetbalclub houd ik open voor de toekomst.

Welke amateur mag in deze column niet ontbreken en waarom niet?

Dat zijn er meerdere; mijn broer Jerry heeft na Den Ham ook nog successen gehad, bv met Be Quick ‘28. Ik heb veel namen al voorbij zien komen, zou het hele team HSC ’21 van de periode 2002-2004 aanbevelen (ook trainer Hendri Bronsvoort, hoe heeft hij dat beleefd..?) en ook Daan Akkerman (nog altijd actief, gaat tot zijn 50e door denk ik…). En iemand die niet uit Twente komt; Dave Bus, wat een winnaar. Hij maakte op latere leeftijd in een paar jaar tijd een sprong van Longa naar HSC ‘21 naar De Graafschap. Hij had een geweldige inzet en was erg snel, speelde als rechtspoot heel vaak linksback en brak door. Hij zei in het begin dat hij dankbaar was om met ons te mogen spelen, na twee seizoenen zeiden wij hetzelfde tegen hem.

Mooiste herinnering aan een trainer?

Wederom veel herinneringen. Hoe Thomas Schaaf het trainerschap beleefde en dat overbracht op spelers, ongekend wat voor respect hij afdwong en wat een mooi mens. Hij maakte spelers individueel ook beter, dat vond ik mooi om te zien. Met de mensen-mensen Wesselink, In het Hof en Karsten kon ik goed overweg. Met Peter Boeve had ik bij Hsc’21 in het begin wel eens een meningsverschil, hij was mij een keer zat en vroeg of ik de bespreking wilde overnemen. Dat deed ik maar hij vond het te lang duren en ik kon weer gaan zitten. Daarna belden we regelmatig en bleek dat we heel goed met elkaar konden opschieten. Een mooi voorbeeld van ‘zonder schuring geen glans’.

Verder; Ben Sepp maakte van ons team bij Den Ham een winnaarsteam. Hij stuurde bij Den Ham een keer een speler (Johnny) van de training, dat hadden we nog niet meegemaakt. Dat maakte toen indruk op de spelers en achteraf lachen we er nog altijd om.

Had jij een ritueel voor de wedstrijd en/of een bijnaam?

Ja, de kleding en schoenen in een bepaalde volgorde, massageolie/vaseline smeren en de warming-up altijd eindigen met een paar ballen vanaf 16-20 meter op de goal. Frits Korbach noemde mij Dik van Dijk omdat we nog een Dennis (te Braak) in het team hadden en hij het lastig vond om twee dezelfde namen te hebben. Hij zei dat ik blij mocht zijn om naar zo’n grote voetballer vernoemd te worden. Mijn bijnaam werd echter al snel Dirk of Dirkie. Zo noemen mijn vrienden mij nu nog steeds.

Wat was je mooiste sportpark?

Het publiek maakt een sportpark mooi. Je kunt nog zo’n mooi sportpark hebben qua faciliteiten, als er geen publiek op de wedstrijd afkomt, is het saaier. Althans zo heb ik dat altijd beleefd. Als team ben je dus ook verantwoordelijk voor het aantal toeschouwers, er komen er meer als het goed gaat.

Dus vond ik het geweldig wanneer er veel toeschouwers aanwezig waren die dicht op het veld stonden. Den Ham stond altijd bekend om hun goede grasmat, dat was een genot om op te spelen. En door onze successen voelde ik een soort onoverwinnelijkheid. Dat was ook zo bij HSC ’21. De uitwedstrijd met Werder Bremen bij VFL Osnabrück voor 14000 toeschouwers dicht op het veld is mij absoluut bijgebleven qua ambiance. Ook doordat we met 0-3 wonnen denk ik.

Wat was je mooiste goal?

Voor mij waren beslissende goals de mooiste, die kon je vervolgen met emotionele ontlading, heerlijk. Bij meerdere clubs heb ik die doelpunten gemaakt. De goal tegen Ajax (met Menzo op de goal) tijdens de afscheidswedstrijd van het oude stadion aan de Bornsestraat was zeker een mooie, een afstandsschot van buiten de 16. (Staat nog op youtube.) Een bal in de kruising bij Den Ham van een meter of 35; met HSC’21 de 1-0 in de beker tegen Telstar; de 2 doelpunten uit bij eredivisionist RKC waardoor we met Heracles door bekerden; de 2 doelpunten met HSC’21 uit bij Turkiyemspor voor het algeheel zondag kampioenschap, dat zijn goals die ik niet zal vergeten. Bij Den Ham hadden we uitslagen van 8-5 en tegen jullie (Sparta Enschede) een mooie 4-3 overwinning na 3-0 achter te hebben gestaan. Daar maakten mijn broer en ik aardig wat doelpunten in een mooie periode. Jij was trouwens een goede tegenspeler, lastig te verslaan maar wel fair.

Waar moet een goede aanvaller in jouw ogen aan voldoen?

In mijn tijd hadden we nog rechtspoten op rechts en linkspoten op links. Dan kreeg je dus veel ‘bananen’ voorzetten die fijn waren om in te koppen of tegenaan te lopen. Dat is nu meer andersom en worden er dus andere vaardigheden verwacht. In de basis moet je als aanvaller altijd gretig zijn om een goal te maken. Snelheid, technisch begaafd, kracht, tweebenig zijn en mentale weerbaarheid zie ik als meerwaarde in het huidige voetbal.

Wat is het grootste verschil tussen het voetbal in jouw tijd en de huidige generatie?

Dan denk ik bijvoorbeeld aan het corrigerend vermogen onderling. Ik vraag mij af in hoeverre dat nu wordt geaccepteerd. In de samenleving zie je een verandering de laatste jaren, ik denk dat dat in de voetballerij ook zo is. In ieder team hadden we wel een of meerdere spelers die dat oppakten. Bij HSC’21 was dat Jordi Holtkamp die snel klaar was met praatjes van de jongere garde, dan vloog er op de training wel eens iemand door de lucht, haha.

Als jonge speler hoor je goals te dragen tijdens de training vind ik, tijdens wedstijden mag je van oudere spelers verwachten dat zij met hun ervaring meer kunnen brengen en de jongere spelers hierin meenemen. In Duitsland was dit heel gewoon, zat in de cultuur, je dwingt er een mate van respect mee af.

Wat is jouw advies aan de talenten van nu?

Leef voor de sport, zorg goed voor jezelf, maak je school af en vooral; maak samen plezier op het veld.

Moet de VAR ook zijn intrede maken in het amateurvoetbal?

Nee, ik vind het niet passen bij het amateurvoetbal.

Heb je ergens spijt van?

Geen spijt maar het is erg jammer dat ik met HSC ’21 de 2e wedstrijd in de finale van het algeheel landskampioenschap heb gemist. Verder niet. Ik ben trots op de carrière die ik heb gehad en met zoveel fijne goede spelers en trainers heb mogen samenwerken.

Wil je nog iets kwijt?

Door jouw vragen merkte ik dat er veel herinneringen boven kwamen, heel leuk eigenlijk. Ik had nog wel even door kunnen gaan met de verhalen. Er zijn dus ook genoeg mensen nog niet benoemd.

Dit is eveneens een mooie gelegenheid om de mensen in mijn omgeving te bedanken voor de support al die jaren. In het bijzonder mijn moeder die ook nog jarenlang krantenartikelen van ons uitknipte en bewaarde in boeken.

En Rick, jij bedankt voor je geduld en veel succes met deze mooie column.

Newsoutside Sportverlichting PBSoccer