Robert Strijker: ‘Wat ze vaak over mij schreven is dat ik een absolute spelmaker was’

Spelersprofiel: Robert Strijker

Geboortedatum: 21-04-1980 (43 jaar)

Positie: Aanvallende middenvelder

Voetbalperiode (vanaf de senioren welke jaargangen en welke clubs) en je positie.

1997 – 2003: KSV ACHILLES’12

Positie: (Aanvallende) middenvelder / 1 seizoen een aantal wedstrijden links- en rechtsback

2003 – 2003: GO AHEAD EAGLES

Positie: Middenvelder

2003 – 2004: KSV ACHILLES’12:

Positie: (Aanvallende) middenvelder

2004 – 2006: RKVV STEVO

Positie: (Aanvallende) middenvelder

2006 – 2010: HSC’21

Positie: (Aanvallende) middenvelder, Spits en Verdediger

2007 – heden: RKSVV NEO 4

Wanneer en waarom ben je gestopt?

Op mijn 30ste bij HSC’21 ben ik definitief gestopt met voetballen. Niet door blessures maar vanwege de geboorte van mijn dochter Charlotte-Sophie. Dat is nu inmiddels zo’n 13 jaar geleden. Wat gaat de tijd snel en achteraf gezien ben ik veel te vroeg gestopt. Ik was er op een gegeven moment klaar mee!

Vanaf mijn 17de bij de selectie gekomen van Achilles’12 te Hengelo en vanaf dat moment altijd rekening gehouden met voetballen.

Wat de meesten niet hebben geweten is dat ik een ontzettende hekel had aan de uitwedstrijden, vooral de lange busreizen. Ik werd daar zo misselijk van, dat ik daardoor niet goed kon presteren. In combinatie van wedstrijdspanning / stress heb ik nooit helemaal vrijuit kunnen voetballen. Het werd steeds heftiger, van kokhalzen tot overgeven.

Toen HSC’21 het via de krant naar buiten bracht dat ik zou stoppen met voetballen hebben er nog een aantal clubs mij benaderd, waaronder Herman Lansink Rotgerink (tevens mijn oud-leraar Engels) van voetbalvereniging NEO en Otto Krabbe (tevens oud-klasgenoot en oud-teamgenoot) van voetbalvereniging Achilles’12. Het is uiteindelijk niets geworden. Ik wilde geen verplichtingen meer en kon het simpelweg niet meer opbrengen om 2 of 3 keer in de week te trainen.

Wie was als speler jouw voorbeeld?

Dat zijn twee spelers die zeker niet mogen ontbreken, Bert Jan Diphoorn en Jordi Holtkamp.

Bert Jan Diphoorn, wat een briljante en weergaloze voetballer!

Bij Achilles’12 debuteerde ik op mijn 17e samen met Sander Koel onder leiding van Freek van Oenen. Wat een fantastisch team met grote namen zoals; Bert Jan Diphoorn, Erik Wieffer, Erik Hellegers, Frank Ensink, Wilfred van de Worp, Berry Kleine en Matthieu van Ingen enz. Sommige spelers konden niet geloven, gezien mijn postuur dat ik bij de selectie kwam. Na een aantal invalbeurten zeiden een paar spelers, en met name Erik Hellegers, dat ik de opvolger kan worden van Bert Jan Diphoorn. Ik moest kijken naar zijn spel, daar kon ik van leren. En wat heb ik daar uiteindelijk veel van opgestoken. Zijn fantastische linker, elke bal is op maat, iedere aanname is perfect, wegdraaien bij een tegenstander was altijd weergaloos en onnavolgbaar. Hij was zeker niet de makkelijkste speler in het veld om mee te spelen, want als je de bal niet goed inspeelde of hem niet begreep dan liet hij dat zeker blijken, verbaal maar ook non-verbaal. Op de trainingen moesten de jeugdige spelers zijn ballen die hij met afwerken over of naast schoot ophalen. Ik was soms ook een hele vervelende voetballer in het veld en ging soms door het lint, tot vervelends aan toe. Ik had een doel, winnen.

HSC-icoon Jordi Holtkamp, een echte leider en winnaar!

Met een enorme energie ging hij altijd voorop in de strijd en daarmee inspireerde hij zijn team. Wat een mentaliteit, wat een beest. Met volle bewondering keek ik naar zijn spel en zijn wonderbaarlijke omschakelmomenten, dat was echt next level. Ook aanvallend was hij regelmatig belangrijk, want bij standaardsituaties was het vaak een doelpunt. In het eerste seizoen 2006/2007 bij HSC’21 onder leiding van Hennie in ’t Hof hadden Jordi en ik standaardsituaties bedacht en geoefend en daar hadden de tegenstanders geen grip op. Als ik mij goed kan herinneren heeft Jordi hier meer dan 10 keer het net weten te vinden. Door zo’n speler in je team te hebben kan je als middenvelder vrijuit spelen.

Hoe zou je jezelf als speler omschrijven?

Lastig om over jezelf te zeggen. Dat is eigenlijk een vraag die je aan spelers en trainers moet vragen.

Wat ze vaak over mij schreven is, dat ik een absolute spelmaker was. De man van de briljante en vaak beslissende acties. De regisseur en intercity centraal op het middenveld. Een zeer gedreven en dominante speler die altijd bepalend wilde zijn en altijd de bal wilde hebben en heel kritisch naar zichzelf keek en nooit tevreden was over zijn spel. Het kon altijd beter!

Had jij een specialiteit als speler?

Wederom lastig om over jezelf te zeggen. Ik ben een echte teamspeler, een creatieve speler, die altijd alles voetballend wil oplossen en het team altijd beter wil laten voetballen. Daarnaast had ik een enorme drive en loopvermogen met veel diepgang. Ik wilde altijd alle duels winnen en altijd de beste zijn. Anders was ik niet te genieten en had ik daar ook enorme last van. Naast mijn drive en loopvermogen had ik een uitstekende trap zowel links- als rechtsbenig, waardoor ik veel assists had uit standaardsituaties zoals hoekschoppen en vrije ballen vanaf de zijkanten. Ook scoorde ik zo nu en dan uit een vrije bal en penalty’s. Ik

was een zeer aanvallend ingestelde middenvelder met veel risico in mijn spel, maar was per seizoen goed voor meer dan 10 doelpunten.

Waar ben je het meest trots op?

Dat zijn natuurlijk mijn twee fantastische kinderen Charlotte-Sophie (13) en Sepp (7) en vriendin Rilana. Mijn beide kinderen voetballen bij voetbalvereniging NEO te Borne. Mijn dochter voetbalt bij de MO13-1 en sinds kort ook bij het Regio Team. Ze is een keiharde werker, balveroveraar en spelverdeler op het middenveld. Mijn zoon voetbalt bij de JO08-1 en zijn positie op dit moment is rechtsvoor. Hij is aardig balvaardig en een enorme dribbelaar.

Niet te vergeten mijn neefjes Rafael en Marlon Claudio. Ze voetballen beiden al een paar seizoenen bij FC Twente/Heracles. Rafael is sinds kort ook definitief geselecteerd om bij het Nederlands elftal onder (15) te mogen voetballen.

Op voetbalgebied is dat we met STEVO via de nacompetitie promotie hebben gemaakt naar de Hoofdklasse onder leiding van Paul Krabbe. Na een afwezigheid van 2 jaar STEVO terug op het hoogste niveau. De finalewedstrijd werd gehouden op het sportpark van SVBO. Onder een toeziend oog van 3500 toeschouwers werd deze wedstrijd met 2-0 gewonnen. Dat was mijn enige kampioenschap/promotie ervaring tijdens mijn voetbalcarrière.

Ben je ooit benaderd door een BVO?

Als junior voetballend in de (C-Jeugd) van Achilles’12 ben ik gescout door Bertus Jerusalem om bij het Regio Team te mogen voetballen, onder leiding van René ten Broeke. Na vele wekelijkse selectiewedstrijden en na een aantal trainingen bij het Twente Selectie uiteindelijk afgevallen. Helaas niet mijzelf kunnen zijn en te licht bevonden door Issy ten Donkelaar en achteraf gezien ook voetballend te weinig gebracht. Het ontbrak me aan zelfvertrouwen, lef en brutaliteit. Aantal jaren later op mijn (22ste) benaderd door clubs waaronder: Zwolle, Werder Bremen (amateurs) en Go Ahead Eagles.

Heb je alles als voetballer eruit gehaald?

Daar heb ik geen direct antwoord op. Het had zeker anders kunnen lopen.

Het leek voorbestemd om bij Go Ahead Eagels de lijnen uit te gaan zetten, maar zover is het nooit gekomen. Ik trok mijn eigen plan en keerde naar een aantal wedstrijden bewust terug naar de amateurs.

Wat is je mooiste herinnering?

De wedstrijd (anno 2002) met Achilles’12 tegen Ajax.

Voetballen tegen topspelers als; Bergdolmo, Wamberto, Machlas, Trabelsi, Galasek, Mido, Chivu, v/d Meyde, Van Halst, Ibrahimović, v/d Vaart, Sneijder, Seedorf, Winter, Pienaar, Maxwell, de Jong, Pasanen, Van der Gun, Stekelenburg en onder leiding van trainer Ronald Koeman.

Hoe vaak komt het voor; spelen tegen Ajax en dat voor 4000 toeschouwers. Een week daarvoor speelden we nog tegen Racing Genk, de Belgische kampioen en verloren we die wedstrijd met 9-0. Het was fijn geweest als de voorbereiding wat soepeler verliep, maar dat was niet het geval. Het enige wat je kunt doen tegen zo’n topploeg als Ajax is lekker voetballen en de score zo beperkt mogelijk houden en als laatste genieten van het moment.

Wat ik me nog kan herinneren is dat we sterk aan de wedstrijd begonnen en uiteindelijk niet veel scoringskansen hebben kunnen creëren. Wel ben ik een aantal keren dreigend en irritant geweest met goede combinaties, dribbels en passeeracties. De duels waren stevig tussen mij en Winter. Hij pakte mij keihard aan met een sliding centraal op het middenveld en vloog zo’n meter of twee de lucht in. Een actie daarvoor had ik Richard Witschge te pakken en die bleek uiteindelijk niet verder te kunnen. Daarna zo’n tien minuten voor tijd raakte het duel verhit. Chivu probeerde mij met wat duw- en trekwerk te stoppen, wat niet zo makkelijk ging als de Romeen hoopte. Hij deelde daarom een elleboogstoot uit in mijn gezicht en ik ging onmiddellijk naar de grond. Ruben Jonker ging verhaal halen bij Chivu en er dreigde een opstootje te ontstaan, dat gelukkig in de kiem werd gesmoord door spelers van beide partijen. Helaas moest ik het veld verlaten en werd naar het ziekenhuis gebracht. Aan de confrontatie met de captain van Ajax heb ik een gebroken neus aan overgehouden. Uiteindelijk hebben we de wedstrijd met 0-11 verloren. En achteraf bleek Ajax een topteam te zijn met wereldsterren!

Niet te vergeten, de overstap van de amateurs naar Go Ahead Eagles. Voetballen met grote namen zoals: Niki Leferink, Bram Marbus, Ugur Yildrim, Niels Wellenberg en Demy de Zeeuw. Wat een gave ervaring.

Wat doe je nu en wat zijn je ambities/wensen?

Om precies te zijn ben ik op 1 juni van dit jaar 19 jaren in dienst bij De Hakenberg Adviesgroep onderdeel van De Nyenborgh Group. Ik werk op de commerciële binnendienst en ben verantwoordelijk voor de particuliere- en zakelijke verzekeringen. Het is een veelzijdige functie en geen dag is hetzelfde. Ik ga nog steeds iedere dag met veel plezier naar mijn werk. Deze baan heb ik destijds te danken gehad aan Hans Bossink de trainer van STEVO.

Ongeveer zeven jaar geleden op mijn 36ste de voetbalschoenen weer tevoorschijn gehaald. Ik werd destijds gevraagd door mijn toenmalige zwager en kameraad Ivo Leuveld om een wedstrijd te voetballen met zijn team NEO 8. Vanaf dat moment weer verslaafd geraakt aan het spelletje en tot op heden en een aantal jaren voetballend in team NEO 4 onder leiding van Marcel Weghorst. In dit team spelen een paar oud gedienden zoals; Rogier Loohuis, Lennard Onwijn, Marco Hansté en mijn maatje Mark Wieffer.

Daarnaast vanaf 2019 tot 2023 terug te vinden op de velden van NEO als jeugdtrainer / coördinator van de Welpen en 4 x 4. Het gaat om pupillen vanaf leeftijd 4 tot 6 jaar. Vanaf 2023- heden: Jeugdtrainer bij

NEO JO8-1. Mijn zoon Sepp is een onderdeel van dit leuke team. En bij het ontbreken van trainers geef ik sinds kort ook één keer in de week training aan het team van mijn dochter MO13-1.

Mijn ambities op dit moment zijn om VC (voetbalcoach) trainersopleiding te volgen en te behalen zodat ik de jeugdselectie binnen NEO op een hoger niveau verder kan helpen. Daarnaast zou ik heel graag bij een BVO als trainer aan het werk willen gaan of voor het hoogst haalbare gaan in het amateurvoetbal.

Welke amateur mag in deze column niet ontbreken en waarom niet?

Dat zijn er een aantal, zonder anderen te kort te doen: Uit de vriendengroep zijn dat Ruben en Ivo Leuveld en Marlo Belvroy. Daarnaast oud-teamgenoten Job ten Thije, Sergio Babb en Yasin Bayar. Laatstgenoemde was tevens een oud-collega. Dit waren zeer getalenteerde voetballers die vroegtijdig de overstap maakten naar een BVO en later in het amateurvoetbal jaren actief zijn geweest op het hoogste niveau.

Mooiste herinnering aan een trainer?

De trainers waar ik mee heb mogen werken heb ik altijd als zeer prettig ervaren. De genoemde trainers hadden ieders eigen kwaliteiten. En natuurlijk heb je bij de ene trainer een betere klik dan bij de andere. Uiteindelijk bepaal jezelf of de trainer het in je ziet zitten of niet.

– Freek van Oenen (trainer Achilles’12).

Altijd dankbaar dat ik heb mogen debuteren met 17 jaar tegen Arnhemse boys. Ingevallen in de 70ste minuut op linksbuiten en twee keer het net weten te vinden. We wonnen met 1-2.

– Bert-Jan Heins (trainer Achilles’12).

Had het lastig bij Achilles’12. We speelden om degradatie. Onder deze trainer vele wedstrijden met tegenzin als linker- en rechterverdediger gespeeld maar uiteindelijk heeft het mij een completere voetballer gemaakt.

– Hans Bossink (trainer Achilles’12 en STEVO)

Uitstekende trainer en motivator. Hij gaf mij enorm veel vertrouwen en hij leerde mij vanuit de discipline en taak voetballen.

– Erik Hellegers (assistent-trainer Achilles’12 en trainer beloften )

Talentvolle spelers in ontwikkeling gaf hij enorm veel aandacht. Hij gaf ze vertrouwen door veel met ze te praten maar ook om meer trainingen aan te bieden zoals, techniek- en conditietrainingen zodat je sterker en behendiger werd.

– Michel Boerebach (trainer Achilles’12)

Je keek enorm tegen hem op als trainer/coach maar ook als persoon. Hij was ontzettend sociaal en geduldig maar helaas geen prater. Wat een fijne man. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik uiteindelijk in beeld kwam bij Go Ahead Eagels.

– Hennie in ’t Hof (trainer HSC’21).

Goede oefenmeester. Het eerste seizoen onder deze trainer begon het rommelig. Wat ik mij nog kan herinneren is dat wij de eerste vijf competitiewedstrijden niet hadden gewonnen. Ik was op dat moment geen basisspeler en we hadden een behoorlijke bezetting op de bank. Naast mij zat onder andere Yasin Bayar, Job ten Thije, Ruben Krijnsen, Vincent Bilanovic. Na die vijf wedstrijden heeft de trainer een paar wijzigingen doorgevoerd. Ik mocht spelen op het middenveld met de punt naar voren, een vrije rol. Dat ging lekker en de trainer was meer dan tevreden, sindsdien niet meer uit de basis geweest. Uiteindelijk kreeg ik enorm vertrouwen en waardering van deze trainer. Hij vroeg op een gegeven moment hoe ik het liefst wilde spelen.

– Paul Krabbe (trainer STEVO en HSC’21).

Goede oefenmeester en motivator. Hij zorgde ervoor dat je als speler boven jezelf uitsteeg. Hij gaf mij vertrouwen en maakte mij belangrijk. Voor deze trainer ging ik door het vuur en had een enorme respect voor hem. Nooit een discussies of onenigheid gehad. Hij heeft mij nooit hard aangepakt en altijd met respect behandeld.

Mijn mooiste herinnering(en)/anekdotes onder trainer Michel Boerebach:

In het seizoen 2002 kregen we te maken met een andere hoofdtrainer, ex-profvoetballer Michel Boerebach. Wat fantastisch! Ik had er helemaal zin in. De voorbereiding begon met een aantal trainingen en met oog op de wedstrijden Racing Genk en Ajax. De trainingen van deze oefenmeester waren uitdagend, plezierig en van hoog niveau. Alleen maar oefeningen met bal, terwijl wij daarvoor trainers hadden die in de voorbereiding begonnen met looptrainingen. De laatste 30 minuten sloten we af met een trainingspartij. Altijd leuk, maar Michel zette mij op een andere positie dan ik gewend was. Ik moest ineens rechts op het middenveld spelen en niet centraal. Ik was helemaal van slag. Het werd erger, hij haalde mij de laatste 10 minuten uit de training. Ik moest maar aan de kant staan. Dat was niet één training maar in totaal vier trainingen. Bij de vierde training hield ik mijn

emoties niet meer onder bedwang. Ik liep weg en schreeuwde K-trainer tegen hem en ging naar de kleedkamer om te douchen. Na het douchen zakten de emoties af en had ik natuurlijk enorme spijt van wat ik had gezegd. De training was afgelopen en de spelers stapten de kleedkamer binnen en vol schaamte keek ik naar beneden om confrontaties te vermijden. Assistent Erik Hellegers stapt de kleedkamer binnen en riep; Robert wil je meekomen; de trainer wil met je praten. Met lood in de schoenen liep ik de trainerskleedkamer binnen. Michel was gelukkig vriendelijk en zei; ga maar even zitten en ben je inmiddels afgekoeld? Waarop ik alleen zei; SORRY trainer, ik was geïrriteerd omdat je me niet laat voetballen. Lachend keek hij me aan en zei vervolgens; Robert, ik wil ook andere

spelers zien spelen op jouw positie. En doe nou eens rustig, druktemaker….! Jij bent mijn beste speler en voetballend gezien kan ik je niets leren en volgend seizoen; als je zo blijft presteren ga je naar Go Ahead Eagles. En zijn woorden bleken werkelijkheid. We hadden later een hechte band.

Hij belde mij zondagochtend om 2:00 uur wakker. Hij vroeg, waar ben je? Ik zei; trainer je hebt mij net wakker gebeld en over een paar uur hebben wij een belangrijke wedstrijd. Waarop hij zei; lekker belangrijk….. kom even naar de stad een drankje doen. Ik zit samen met Erik Hellegers in Café Red Dog dat in het centrum van Hengelo zat. Als je niet komt sta je wissel. Uiteindelijk tot 4:00 uur in de stad geweest en een aantal drankjes genuttigd, geen alcohol hoor. De afloop van de wedstrijd kan ik mij niet meer voor de geest halen.

Mijn mooiste herinnering(en)/anekdotes onder trainer Paul Krabbe:

De eerste ontmoeting met de oefenmeester was in het restaurant van Droste in Geesteren. Paul Krabbe (grootmeester) was de nieuwe trainer van STEVO en hij mocht bouwen aan een nieuw team waar ik deel van mocht uitmaken. Paul is zeer direct in zijn communicatie en heeft vanaf de eerste ontmoeting geroepen dat wij voor een prijs zouden gaan. Zelfs op het moment dat hij zijn vertrek naar Sportclub Enschede aankondigde bleef hij ons wijzen op dat doel.

Hij was een perfectionist en ontzettend scherp, altijd denkend in het belang van zijn team. Hij zorgde altijd voor een beetje ophef binnen de club STEVO. De velden waar we op voetbalden (trainingsveld en hoofdveld) waren niet voldoende vanwege het te hoge gras en oneffen ondergrond en hij zorgde ervoor dat het zaterdags werd gemaaid en gewalst. Hij schoof dat niet onder stoelen of banken en iedereen kreeg het natuurlijk mee. Hij zei dan; Zelf de koeien willen hier niet eens op lopen. Ook de verlichting van het trainingsveld kon beter en er was zelfs geen ballenvanger. Hij zorgde ervoor dat alles binnen de club werd verbeterd. Haha.. geniaal toch!

Had jij een ritueel voor de wedstrijd en/of een bijnaam?

Ik had zeker een ritueel voor de wedstrijd. Ik liet mijn kuiten altijd ruim voor de wedstrijd masseren en uit voorzorg mijn enkels tapen. Mijn kuiten stonden altijd op spanning, vanwege de wedstrijdspanning.

Mijn bijnaam: Mijn oud-teamgenoten en vrienden noemde mij altijd Robertje, Strijkdoos of Strike.

Lesley zoon van Michel Boerebach riep altijd “Spijker” tegen mij vanwege mijn atletische figuur.

Wat was je mooiste sportpark?

De Adelaarshorst van Go Ahead Eagels aan de Vetkampstraat gevestigd midden in een woonwijk. Het is een echte volksclub in het hart van Deventer. Prachtige ervaring voor een korte periode.

De Peuverweide van STEVO in Geesteren was altijd geweldig om daar te voetballen. Het veld opkomen met harde muziek verzorgd door een DJ en de vele aanwezige toeschouwers. De reclameborden langs het veld en tribune maakten ook de ambiance. Iedere thuiswedstijd genoot ik.

Scholtenhagen van HSC’21 uit Haaksbergen was geweldig. Enorm dankbaar dat ik daar op het hoogste amateur niveau een aantal jaren heb mogen voetballen. Telkens als ik langs het hoofdveld reed om naar de club te gaan kreeg ik al kippenvel.

Wat was je mooiste goal?

Mijn mooiste doelpunt was in het eerste seizoen bij HSC’21 tegen De Bataven. We hadden ze helemaal overrompeld de eerste 30 minuten en eigenlijk domineerden wij de hele wedstrijd. We hadden in mijn beleving 80% balbezit. Wat speelden we goed en ze hadden geen antwoord op hoe we als team stonden. Na een aantal minuten balbezit te hebben gehad, kreeg ik uiteindelijk de bal op links midden, tussen de linies van Edwin Hilgerink en dribbelde ik naar voren en speelde de bal naar Sergio Babb (stond op dat moment linksvoor) en ik kreeg de bal vanuit de kaats terug. Kijkend over mijn schouder kwam er een Bataven speler aan. Ik speelde de bal terug naar Sergio Babb en liep een paar stappen verder en kreeg de bal terug. Daarna speelde ik direct Ruben Krijnsen in (stond in de spits rand 16) en hij kaatste de bal ook terug en vanaf 20 meter schoot ik de bal direct en heel secuur links onderin de hoek.

Mijn waardevolste doelpunt, zeker niet de mooiste was met STEVO in de finalewedstrijd tegen SC Erica om promotie naar de Hoofdklasse. Onder een toeziend oog van 3500 toeschouwers op het sportpark van SVBO scoorde ik met het hoofd uit een afgeslagen voorzet de 2-0 binnen. Wat was ik ontzettend blij en opgelucht. Ik rende het hele veld over van blijdschap.

Waar moet een goede middenvelder in jouw ogen aan voldoen?

Een goede middenvelder moet een verbindingsspeler zijn binnen het elftal en voetbalintelligentie hebben. Je moet het spelletje begrijpen en weten waar altijd de ruimtes liggen en een goede steekpass en crosspass in huis hebben. Je moet de bal durven vragen maar ook met een man in je rug en op de belangrijke momenten simpel kunnen spelen. Telkens je omgeving blijven scannen. Daarnaast moet je loopvermogen in orde zijn, zowel conditioneel als je sprintsnelheid. De omschakelmoment zijn cruciaal voor een middenvelder. Simpel voetballen is moeilijk. Een bal breed spelen, wanneer hij niet voorruit hoeft of kan. Naar een voetballende oplossing zoeken en niet de bal blind naar voren schieten. En niet te vergeten en niet onbelangrijk; doelpunten maken.

Wat is het grootste verschil tussen het voetbal in jouw tijd en de huidige generatie?

In mijn tijd, voetballend in de A-Jeugd werd je zaterdags na een wedstrijd gevraagd om zondags met het tweede elftal mee te voetballen en dan kwam je gewoon. Zondags speelde je dan mee en in de rust kwam de trainer van het tweede elftal met de mededeling, dat ik mee moest met het eerste elftal. En dan ging je gewoon mee. De hele wedstrijd op de bank gezeten en dat maakte mij niets uit, want dat zag ik als investering. Helaas kom je dit niet meer tegen. De huidige generatie bedankt gewoon als ze niet aan het spelen komen.

Wat is jouw advies aan de talenten van nu?

Blijf altijd vertrouwen hebben in jezelf en jouw kwaliteiten. Ga heel veel trainen en blijf vooral doorzetten; ook al zit het soms tegen. Om jouw kwaliteiten en talenten verder te ontwikkelen moet je open staan voor adviezen van trainers, teamgenoten en ouders en wees niet te koppig om het advies niet op te volgen. Probeer jezelf continu te verbeteren en blijf altijd positief. En niet te vergeten: Geniet van alle momenten en maak plezier!

Om spelers te laten ontwikkelen als trainer moeten de trainingen plezierig en uitdagend zijn en een moeilijkheidsgraad hebben op ieders niveau. Neem de tijd en heb vooral geduld. Plezier staat voorop. Het samen willen winnen, elkaar steunen en sociale omgang met elkaar krijgen. Spelers moeten doen wat ze leuk vinden. Als je dat als trainer voor elkaar krijgt resulteert dat tot een succesvol team en dan zullen de spelers zich beter ontwikkelen.

Moet de VAR ook zijn intrede maken in het amateurvoetbal?

In het betaalde voetbal ben ik al geen voorstander van de VAR, laat staan in het amateurvoetbal. Het afgelopen jaar ben ikal een stuk minder enthousiast geworden over de videoscheidsrechter in de Eredivisie. Het heeft voetbal wel eerlijker gemaakt, maar zeker niet leuker. Er worden nog steeds foute beslissingen genomen en het is vaak lang wachten tot de VAR en de scheidsrechter hebben besloten of een doelpunt telt en of een overtreding een penalty is. Het duurt allemaal veel te lang.

Heb je ergens spijt van?

Spijt, Jazeker. Tijdens mijn voetbalcarrière had ik een aantal zaken anders moeten aanpakken en oplossen.

Het bewust terugkeren van Go Ahead Eagles naar de amateurs viel zwaar. Ik zat in een lastige situatie omdat de club zijn afspraken niet nakwam en financieel er niet goed voor stond. De druppel die de emmer deed overlopen was uiteindelijk de zwarte dag van Michel Boerebach (het tragisch ongeval van Lesley en Sven Boerebach) heeft mij enorm aangegrepen. Ik stond heel dichtbij en heb alles van dichtbij meegemaakt. Als ik er aan (terug) denk, krijg ik meteen een brok in mijn keel. Michel heeft mij mijn keuze naar de amateurs zeker kwalijk genomen. Tot zo’n vijf jaar geleden bij het signeren van zijn nieuwe boek: “De Herrijzenis van Michel Boerebach” kwam er een einde aan mijn jarenlange schuldgevoel en verdriet. Ik liep met een schuldgevoel rond, dat ik hem in de steek had gelaten. Tijdens de ontmoeting in de

boekenhandel viel alles op zijn plek. We hebben na zijn boekpresentatie samen met schrijver André van der Ley nog uren lang bijgepraat.

Wil je nog iets kwijt?

Door het gebrek aan tijd wil ik Rick Ardesch ontzettend bedanken voor zijn uitnodiging en geduld om mijn verhaal te mogen delen. Door de vele vragen moest ik lang nadenken over ervaringen die ik tijdens mijn voetbalcarrière heb meegemaakt. Bedankt en heel veel succes in de toekomst met jouw column Rob Hoekschop!

Newsoutside Sportverlichting PBSoccer