“We zijn blij dat we als Het Twentse Ros voor de tweede keer ons concours op het prachtige en sfeervolle terrein van de BWG Stables in Tubbergen kunnen houden. En ik denk dat ook de ruiters dat vinden. Want nadat de inschrijving op 15 maart ‘s ochtends om acht uur geopend was, hadden we binnen twee een uur een ongelooflijke lijst van belangstellende deelnemers. Veel ruiters hadden kennelijk de wekker gezet om zich zo snel mogelijk te melden.
We moesten al snel besluiten dat iedereen een paard maar in één rubriek per dag mag starten, omdat we zoveel mogelijk deelnemers de kans willen geven mee te doen. Na onze verhuizing vorig jaar hebben we het meteen professioneel aangepakt door onder anderen Jesper Romp, die een aantal jaren stalruiter was bij de BWG Stables, erbij te betrekken als specialist in paardenbodems.
De rubriek voor vier- en vijfjarige paarden sloeg vorig jaar goed aan en die hebben we opnieuw op het programma. Op zaterdag is de ‘kleine’ Grote Prijs over 1,20 meter, op zondag de Sodiak René Viscaal In Memoriam Grote Prijs over 1,40 meter. Die zat binnen een dag helemaal vol,. Het terrein van de BWG Stables en de naamsbekendheid van de broers Schröder hebben er ongetwijfeld veel aan bijdragen dat ons concours zo populair is bij de ruiters. Ook hebben we opnieuw veel neutrale hindernissen gehuurd en zorgt hovenier Chris Koppelman weer voor een mooie aankleding van het terrein.
Dit jaar worden voor het eerst vier kleine tribunes geplaatst en komt er een groot scherm waarop de wedstrijd te volgen is. Dat gebeurt op verzoek van de ruiters, naar wie we zoveel mogelijk proberen te luisteren. De deelnemers kunnen alle rubrieken bij ons concours twee keer rijden, behalve het 1,40. Op zondag is er net als vorig jaar voor aanvang van de Grote Prijs weer een mooie show trickriding van het team van Jos Clemens. De bixie speelt zich voor het eerst op het hoofdterrein af. Er is dus weer voldoende om naar uit te kijken!
Namens Het Twentse Ros veel kijkplezier!”
Jos Brinkman, voorzitter PSV Het Twentse Ros
Tekst en foto: Willem Pfeiffer, Hippisch Twente
