Patricia Flanagan: ‘Diep in het hart blijft de liefde voor de voetbal toch altijd nog ergens kloppen’

Speelstersprofiel:

Patricia Flanagan

Geboortedatum 09-03-1969

Clubs

1984 t/m 1988 Zuid Eschmarke (Mid-mid/Linkshalf).

1988 t/m 1990 Reutum (Linkshalf).

1990 t/m 1995 UD Weerselo (Links half).

2001 t/m 2004 Avanti (Mid-mid).

Gespeeld in de Twentse selectie en Oostelijke selectie.

Wanneer en waarom ben je gestopt?

De eerste keer dat ik gestopt ben met spelen in 1995 had te maken met het feit, dat ik me niet meer volledig voor de voetbal kon motiveren. In mijn eigen ontwikkeling voelde ik me altijd gesteund door mijn teamgenoten en trainers, en het ‘vertrouwen’ daarin voelen in mijn capaciteiten, waarover ik zelf nog wel onzeker kon zijn. Zij stimuleerden mij juist enorm en gaven mij ook een enorme gedrevenheid om me volledig voor het team te kunnen inzetten. Want dat is ook wel een reden waarom ik zo van voetbal hield. Je doet het als ‘team’, je steunt elkaar om beter te worden en als het een keer niet zo lekker loopt, dan werk je er dubbel zo hard voor. In het laatste jaar hadden we een trainer die voor het ‘fysieke’ ging en met ‘kracht’ wilde winnen (althans zo heb ik dat persoonlijk ervaren) en ik ben of was gewoon niet zo’n speelster. Ik raakte het plezier in het voetbal kwijt en het vertrouwen werd er zeker niet beter van.

Ik was naast het voetballen ook een fanatieke tennisster. En daar haalde ik steeds meer plezier uit, en dat was toen voor mij een reden om te stoppen.

Maar diep in het hart blijft de liefde voor de voetbal toch altijd nog ergens kloppen. Daarom heb ik van 2001 t/m 2004 op een wat lager niveau nog een paar jaartjes met veel plezier gespeeld. Daar ben ik toen gestopt in verband met tijdgebrek en omdat het ook wel mooi was geweest.

Wie was als speelster jouw voorbeeld?

Ik had er meerdere. Michel Platini vanwege zijn ‘fluwelen’ passes, Klaus Allofs vanwege zijn magistrale omhalen, Sören Lerby vanwege zijn onvermoeibare inzet en werkersmentaliteit. Maar ook Gerald Vanenburg vanwege zijn uitzonderlijke balbehandeling en techniek. En ik kan er nog wel veel meer opnoemen, want er zijn zoveel goede voetballers met ieder zijn eigen individuele persoonlijke kwaliteiten, maar dan wordt het boekwerk te lang.

Had jij een specialiteit als speelster?

Ik denk dat ik niet een specifieke specialiteit heb gehad. Misschien een kwaliteit die ik had was mijn inzicht in ‘het spelletje’, het er altijd 100% voor willen gaan. Ik ben niet groot, ik ben niet snel, maar had wel een goede balbehandeling. En ik was ook altijd bereid een ‘gat’ te trekken voor een medespeelster.

Waar ben je het meest trots op?

Het meest trots ben ik op het mogen spelen in de Twentse selectie, zowel bij de jeugd als bij de senioren. Ik voelde me vereerd geselecteerd te zijn en op dat niveau te mogen voetballen. Trots ben ik daarin op het vertrouwen wat Hennie Ardesch bij de Twentse selectie en ook Freek Huiskes later bij UD in mij hadden en me dat ook lieten weten. Dat is iets wat ik altijd zal koesteren.

Ben je ooit benaderd door een BVO of een andere club?

Niet door een BVO, maar toen ik bij de Twentse jeugdselectie speelde werd ik, nog spelend bij Zuid Eschmarke gevraagd of ik niet bij Reutum wilde spelen. In verband met het klasse verschil en daarmee ook de mogelijkheid op een hoger niveau te mogen spelen en daarmee mezelf verder te kunnen ontwikkelen, heb ik daar toen dankbaar gebruik van gemaakt.

Heb je alles eruit gehaald als voetbalster?

Nee, dat denk ik, zoals ik er nu tegen aankijk, niet. Ik ben ‘specialist’ en vind veel dingen leuk, zowel in de sport als in de muziek. Ik denk dat als ik me had kunnen focussen op de voetbal er misschien nog veel meer in had gezeten. Ik weet nu van mezelf dat ik mentaal tekort ben gekomen in mijn jongere jaren. Om volledig te gaan voor de voetbal, vertrouwen te hebben in mezelf, te geloven in dat ik goed genoeg ben om op het hoogste niveau uiteindelijk te kunnen en mogen voetballen. Ik kan de tijd niet terugdraaien, maar dat is wel hoe ik er nu tegenaan kijk.

Wie was jouw lastigste tegenstandster?

Bij Zuid Eschmarke was het de derby tegen de Enschede Boys. Daar zat altijd een venijnig sfeertje aan. En ook Hoeve was een fysiek sterke en harde tegenstander. In de tijd bij UD kan ik me zo geen lastige tegenstander meer voor de geest halen. Hooguit Puck Deventer waar onder andere Vera Pauw haar team de nodige leiding gaf.

Wat is je mooiste herinnering?

Spelende in de jeugd bij VSV bij de jongens, in de D1 en te horen dat ik was gescout en geselecteerd voor de Twentse jeugdselectie.

Wat doe je nu en wat zijn je ambities/wensen?

Ik werk nu op de ICT-afdeling als functioneel beheerder in het MST. Ik vind de combinatie tussen werken met mensen, het zoeken naar oplossingen bij vragen uit het huis, en de techniek zelf, ontzettend leuk.

Ambities heb ik op dit moment verder niet, ik ben tevreden met wat ik heb. Zowel in mijn werk als in mijn hobby’s. Ik speel momenteel toetsen bij de band ‘The days After’ en dat past ook wel bij mijn leeftijd 😊. We zijn nu net een jaar bij elkaar en hebben veel plezier in wat we samendoen, en daar ben ik dan ook echt blij mee. Neemt niet weg, dat ik het voetbal wel mis.

Welke speelster mag in deze column niet ontbreken en waarom niet?

Ik denk dat er meerdere niet mogen ontbreken, en dan nog zal de lijst wederom te kort zijn.

Marion Kuipers (Reutum): Geweldige mid-mid, veel inzicht, echter getergd door blessures. Zij was voor mij echt een speelster, die ik begreep en kon lezen. Zonder haar blessure was zij voor mij een kandidaat geweest voor het Nederlandse elftal.

Wilma Herik (UD): Vergelijkbaar met Marion Kuipers, echter bij een andere club. Een geboren leider, goed overzicht, en een vechter en stimulator voor de rest van het team.

Jeanet Maathuis (UD): Een Speedy Gonzales, een vechter en bijter…om aan haar voorbij te kome als zijnde een gewelde back verdediger, was zij iemand die altijd positief in het veld stond, voor ieder ook buiten het veld altijd de positieve kanten van een medespeler wilde onderbouwen.

Marleen Wissink (UD): Ik heb haar leren kennen in de Twentse jeugdselectie, en we hebben samen in de Oostelijke selectie gespeeld. Zij werd toen geselecteerd voor jong oranje en zij heeft er echt alles uitgehaald in mijn beleving, wat er mogelijk was. Daar heb ik erom veel respect voor.

Mooiste herinnering aan een trainer?

Hennie Ardesch en Freek Huiskes. Voor mij beide trainers die op inzicht trainden, beide trainers met humor. Hennie was zijn tijd ver vooruit en benoemde in de jaren’80 al het betaalde voetbal voor dames. Hij heeft er wel gelijk in gekregen alleen duurde het allemaal wel wat langer dan hij toen voor ogen had. Freek Huiskes kwam uit het herenvoetbal, zijn manier van trainen en zijn betrokkenheid gaven elke speler het vertrouwen welke nodig was. En ook na de wedstrijden ging het hele team regelmatig bij van Olffen de samenvatting van de eredivisiewedstrijden kijken. Wat daarna ook volop geanalyseerd en dus ook weer van geleerd werd.

Had jij een ritueel voor de wedstrijd en/of een bijnaam?

Ik had niet echt een ritueel. Een bijnaam die ik nog wel eens kreeg was de vergelijking met Sören Lerby. Deels vanwege mijn blonde haren en afgezakte sokken, deels vanwege een vergelijkbare speelstijl en dan met name het ‘blijven lopen en werken’.

Wat was je mooiste sportpark?

Thuisspelen, was voor mij altijd wel het mooiste wat er is. De supporters maken de sfeer, en dan is thuisspelen daardoor voor mij altijd het mooiste sportpark geweest. De sfeer vind ik belangrijker dan de accommodatie.

Wat was je mooiste goal?

Ik zou het echt niet meer weten. Er is echter nog steeds 1 doelpunt in mijn geheugen gegrift en dat was mijn eerste wedstrijd bij de Twentse dames selectie. Als invaller voor de met blessure uitgevallen Wilma Herik scoorde ik vanuit een geweldige voorzet van rechts met het uiterste puntje van mijn schoen, waarvan ik toen dacht, dat ik die een maatje te groot had gekocht. Hoe mooi wil je je opwachting maken?

Waar moet een goede middenvelder in jouw ogen aan voldoen?

Een aanvaller moet gedreven zijn naar voren te gaan, het doel op te zoeken, een verdediger moet gretig zijn op de bal, een muur waar een tegenspeler niet doorheen mag komen. Een goede middenvelder kan zich in beide verplaatsen, het zijn de ‘schakers’ op het veld. Een goede anticipatie, het back-uppen van zowel een verdediger als een aanvaller, zowel links, rechts als in het midden, het inzicht hebben van het kunnen voorspellen van de ‘volgende zet’ en tevens de werklust hebben van een paard. Voor mij de mooiste positie in het veld.

Wat is het grootste verschil tussen het vrouwenvoetbal in jouw tijd en de huidige generatie?

Ik denk de acceptatie van het vrouwenvoetbal zelf, de mogelijkheden en financiële middelen zijn er nu veel meer dan in onze tijd.

Hoe heb je de opmars van het vrouwenvoetbal beleefd?

Ik heb het heel eerlijk niet meer gevolgd. Als ik keek naar het vrouwen voetbal op hoger niveau, dat was mijn gedachte ‘daar had ik ook willen staan’ dus ik heb het een beetje ontweken.

Zien we jou misschien nog terug in een functie binnen het vrouwenvoetbal?

Nee, op dit moment althans nog niet. Al heb ik wel eens zitten denk hoe het zou zijn trainingen te kunnen mogen geven. Maar daar heb ik nog geen concrete dan wel serieuze wensen in op dit moment.

Wat is jouw advies aan de talenten van nu?

Zorg dat je de juiste mensen om je heen krijgt, die in je geloven. Ga voor de sport zelf en niet voor eventueel geld wat er wordt geboden. Ik zat niet graag op de bank en wilde graag voetballen. Dus zorg ervoor dat je in een team terecht komt, waarin je talenten worden gewaardeerd en waar je kunt groeien als voetballer. En als je het mentaal lastig vindt, vraag dan ook daarin om hulp. Je kunt nog zoveel talent hebben, maar de mentale kant is zo’n groot onderdeel van je prestatie vermogen dat je zeker daarin ook de nodige hulp mag vragen.

Moet de VAR ook zijn intrede maken in het vrouwenvoetbal?

Uiteraard. We willen gelijkheid in de sport. Vergelijken we het anders even met de tennis. Hawk-Eye is zowel voor de dames als voor de heren beschikbaar. Waarom zouden we daarin bij voetbal daar wel een verschil in maken?

Heb je ergens spijt van?

Ten eerste dat ik inderdaad al mijn foto’s en artikelen kwijt ben geraakt. De herinneringen weer op te halen en toch nog weer foto’s en artikelen via oud-medespelers onder ogen te krijgen, geven een gevoel van trots en dankbaarheid.

En ja, soms toch ook ergens spijt, deels, om te zijn gestopt met voetballen omdat het vertrouwen niet voldoende van ‘buiten’ werd gevoed. Als ik daar anders mee had kunnen omgaan, of meer steun/support uit mijn directe omgeving had ervaren, dan had ik daar misschien anders mee kunnen omgaan en nog meer mooie ervaringen kunnen opdoen. Maar dat is altijd achteraf. Het is ook goed zoals het nu is.

Wil je nog iets kwijt?

Ik vind het superleuk om via Rick Ardesch benaderd te worden over het verleden van het vrouwenvoetbal en dat ik daar een verhaal over mag schrijven.

Ik heb op jonge leeftijd het geluk gehad, met mijn oma voor de deur een balletje te mogen trappen. Het geluk op de lagere school met de jongens mee te mogen doen met het potje voetballen waar andere meisjes dat niet mochten.

Het feit hierover nu na te moeten denken wat ik allemaal WEL heb mogen meemaken in een tijd dat damesvoetbal verre van volledig geaccepteerd was, maakt me nu ook wel trots. Ik wens alle dames, die nu de kans hebben dit verder te laten groeien heel veel succes en eerlijk gezegd ben ik ook wel een beetje jaloers op jullie. Maar het is jullie van harte gegund!

Newsoutside Sportverlichting PBSoccer