Emi van Driel en Wies Bekhuis presteerden deze week in Brasilia iets bijzonders. Voor de eerste keer bereikten de twee beachvolleyballers bij een Elite16-toernooi via de kwalificatie het hoofdtoernooi om meteen maar tot de halve finales door te dringen, met een vierde plaats als uiteindelijk resultaat. “Ze kennen nu onze namen. We hoeven ons op dit niveau niet meer voor te stellen.”
In de halve finales verloren Bekhuis en Van Driel in twee sets van de latere winnaars Nuss/Brasher. In de strijd om het brons gaven de twee de Olympisch kampioenen Ana Patricia en Duda heel goed partij, maar bogen ze wel net in drie sets het hoofd. Niettemin konden Bekhuis en Van Driel hun geluk niet op.
Emi van Driel (25): “In de kwalificatie, toen we van de Amerikanen wonnen, hadden we al het gevoel dat er deze week heel veel inzat. We hebben de afgelopen weken hard gestreden om stapje voor stapje beter te worden. We willen allebei op dit niveau veel wedstrijden spelen, hier staan. We hebben niet wedstrijd voor wedstrijd gespeeld, maar punt voor punt.”
Wies Bekhuis: “We verloren vorige week in Saquarema net aan in de kwalificatie en hebben daarna nog harder getraind. Deze week werden wij beter en beter en de tegenstanders ook. We hebben bijna allemaal spannende thrillers gespeeld en dat geeft veel zelfvertrouwen. We kunnen echt op dit niveau meedoen. Een plek bij de top-4 was al heel bijzonder. Maar iedereen kent nu onze namen. We hoeven ons nu op dit niveau niet meer aan tegenstanders voor te stellen.”
Coach Lucas Palermo: “We kwamen met Wies en Emi naar Brazilië met een duidelijk doel: door de kwalificatierondes komen in beide toernooien waaraan we deelnamen. Saquarema, waar ze net aan met 18-16 in de derde set verloren, was een belangrijk moment voor Emi en Wies. Ze moeten groeien, vooral mentaal, omgaan met de druk. Op dat vlak zag ik in het tweede toernooi al veel vooruitgang. Ze genoten ook meer van het proces en groeiden als team. Hun band op en naast het veld is geweldig. Zelfs in moeilijke momenten toonden ze volwassenheid en veerkracht. Hun toewijding maakt me als coach trots. In Nederland gaan we nu verder werken, maar ze hebben een belangrijke stap voorwaarts gezet.”



