Hij had gehoopt, dat het voetbalseizoen een normaal einde zou krijgen. Maar Jaap Mulderij (30) begreep al snel, dat het niet zou gaan gebeuren door de corona crisis. Daardoor speelde hij zijn laatste wedstrijd in de hoofdmacht van DOS’37 op 7 maart 2020 thuis tegen Go Ahead Kampen.
Mulderij had zijn afscheid heel anders voorgesteld, ‘Het is een raar einde van het seizoen. Niet gewoon, dat het zo gegaan is. Ik zag het al gebeuren in andere landen door de crisis,’ legt de Aadorper uit. De verdedigende middenvelder kijkt nog even kort terug op het duel tegen de Kampenaren. Hij kreeg in blessuretijd dé kans op de gelijkmaker. ‘Die kans op 2-2 was niet te missen. Ik weet nog niet, hoe ik de bal over het doel kon schieten. Het had gezien de huidige situatie een mooi slot kunnen zijn.’
Mulderij begon met voetballen bij ASV’57 in Aadorp. Daar speelde hij het spelletje vijf jaar lang in de F- en de E-teams. Als een jongetje van tien maakte hij samen met zijn broer Sytse de overstap naar DOS’37. ‘Voor ons tweeën voelde dat als een stapje naar een hoger niveau in de regio. Die hebben we genomen puur voor de eigen ontwikkeling. De invloed van onze vader is hierbij niet te ontkennen.’ Maar ook zijn oudste broer speelde daarbij onbewust een rol. Lennard werd regelmatig opgeroepen voor diverse Twentse selecties. Daar troffen ze op spelers en begeleiders van de Vriezenveense club. Het leidde mede tot de overstap.
Japie, zoals hij binnen de club werd genoemd, kreeg twaalf seizoenen geleden zijn debuut in het eerste elftal onder trainer Laurens Knippenborg. De amateurtrainer van Nederland in 2019 liet hem toen spelen als verdedigende middenvelder. ‘Ik ben in de jeugd aanvaller geweest.. Het verraste mij, dat ik aan de hoofdselectie werd toegevoegd. In de toen nog A1-junioren had ik lange tijd niet gespeeld door een kruisbandblessure. De laatste zes duels van het seizoen ben ik nog in actie gekomen,’ aldus de speler, die tot aan het einde van zijn carriére die positie bleef bezetten. ‘Voor mij was Knippenborg de beste trainer, waaronder ik heb getraind. Zijn trainingen waren fantastisch, professioneel en spelverbeterend. Helaas was DOS’37 nog niet helemaal klaar voor een trainer van dit kaliber. Jammer dat de samenwerking werd verbroken.’
DOS’37 speelde in het seizoen 2008 – 2009 voor het eerst in haar historie in de eerste klasse. In het uitduel tegen DOS Kampen liet Mulderij zijn eerste treffer in het hoogste elftal noteren. ‘Ik scoorde in die wedstrijd het vierde doelpunt voor het team. Daar was ik bijzonder trots op. Vooral toen bleek dat het de winnende treffer was bij een eindstand van 3-4,’ vertelt hij glunderend van trots. Zijn dieptepunt maakte hij als speler ook in deze jaargang ook mee. ‘De thuiswedstrijd tegen buurman DETO verloren we. Daarmee was na een jaar in de eerste klasse D de degradatie een feit,’ bekent hij eerlijk. ‘Maar het feest na dat duel was toch bijzonder. Heel Vriezenveen – spelers en supporters van beide clubs – stond op de picknicktafel te hossen. De gezelligheid was geweldig. Het vormde voor mij een dubbel gevoel: treurnis en toch feest op dezelfde dag.’
‘Het beste team was voor mij het elftal, dat in 2015 kampioen werd in de eerste klasse D en promoveerde naar de hoofdklasse,’ verduidelijkt hij over het hoogtepunt in zijn voetballoopbaan. ‘We waren toen wel defensief ingesteld, maar hadden met aanvallers als Marc Meier, Maarten Smit, Thijs Houwing, Tom Hegeman en mijn broer Lennard de klasse in huis om in alle situaties te scoren.’ Opnieuw werd er dus geschiedenis geschreven, ook al duurde het verblijf in de hoofdklasse maar één jaar. ‘Fantastisch om dat meegemaakt te hebben en op dat niveau te mogen spelen.’
Maar na twaalf seizoenen stopt Jaap Mulderij met prestatievoetbal bij DOS’37. Hij legt de reden duidelijk uit: ‘Steeds vaker speelde mijn enkel op. Ik ondervond pijn en hinder, doordat er telkens kleine stukjes bot er afbrokkelden. Na een training of een wedstrijd stond ik de volgende dag ook als een ‘oude kerel’ op. Aangezien ik een zwaar beroep heb als hovenier, is nu het moment gekomen dat het fysiek genoeg is geweest.’
Hij gaat spelen in het vijfde elftal van DOS’37. Dat doet hij samen met zijn broer Sytse en naar het zich laat aanzien ook met Lennard. ‘Het is een vriendenteam, dat één keer per week traint en op zaterdag een balletje trapt. De prestatiedrang is verdwenen en de gezelligheid wordt extra belangrijk.’ Tot slot merkt hij nog snel even humoristisch op: ‘Dan zal ik ook wel minder gele kaarten krijgen. Ik leek dit laatste seizoen na al acht of negen gele kaarten op weg naar een nieuw persoonlijk record.’
Jaap Mulderij speelde 297 wedstrijden in de hoofdmacht van DOS’37, waarin hij 11 keer scoorde, 63 gele en 3 rode kaarten ontving. Het tekende wel zijn grote inzet en ijver als speler.
Tekst: Herman Kottier. Foto’s: Jeroen Tempert