Atletiekvereniging SISU heeft sinds kort een groepje jonge atleten die zich speciaal gaan richten op de korte afstand. Twee van deze atleten stellen we graag voor, namelijk Max Vrijkorte en Lauraine Kolmschot. Zijn jullie echt talenten in de dop?
L: Zo zal ik me niet echt opschrijven haha. Ik vind het heel erg leuk om aan atletiek te doen en vind het leuk om mezelf te verbeteren. Ook vind ik het erg leuk om met wedstrijden mee te doen.
M: Ik zie mezelf niet als talent, vooral omdat prestaties nu niet het belangrijkst zijn. Wel mijn persoonlijke verbetering, ik denk dat daar veel rek in zit. Mijn doel is zo lang mogelijk mezelf verbeteren.
Maar vertel eerst eens even wie is Max Vrijkorte.
Ik ben Max Vrijkorte, 20 jaar en ik kom uit Almelo. Verder studeer ik Economie en Bedrijfseconomie in Rotterdam en ben ik werkzaam als adviseur bij het grootste Nederlandse telecombedrijf. In mijn vrije tijd vind ik het ontzettend leuk om de sprinttrainingen te volgen en hard te lopen. Daarnaast zit ik soms op de racefiets en spreek ik af met vrienden.
En wie is Lauraine Kolmschot?
Mijn naam is Lauraine Kolmschot en ik ben 18 jaar. Ik woon in Almelo en sinds mijn 9e doe ik aan atletiek bij SISU in Almelo. Hordelopen en sprinten vind ik de leukste onderdelen.
Waarom specifiek de korte afstanden?
L: De korte afstanden vind ik zo leuk, omdat je alles kunt geven in een paar seconden. Je komt uit een startblok en daarna denk je niet meer na maar sprint je gewoon. Dit vind ik heel gaaf om te doen. De lange afstanden zijn niet zo mijn ding.
M: De korte afstanden zijn erg leuk omdat je helemaal voluit kan gaan. Na mijn eerste 400m heb ik verzuring gevoeld die ik nog nooit gevoeld heb, naast dat het heel zwaar is, geeft het mij een enorme kick.
Wat is er zo speciaals aan die korte afstanden?
L: Ik vind de korte afstanden zo speciaal, omdat je op je allersnelst kan gaan sprinten. Je geeft alles in die paar seconden en dat vind ik heel erg leuk.
M: Wat er zo speciaal is aan korte afstanden, is de grote hoeveelheid kleine dingen die goed moeten zijn in een hele korte tijd. Mocht je bijvoorbeeld een heel goed eindschot hebben terwijl de start beroerd is kan dat al de tijd slecht maken. Daarom trainen we bij Robin Roelink ook elke training een klein detail van die techniek.
Heb je hier een ander techniek voor dan bijvoorbeeld de 1500 meter en de vijfduizend meter?
L: Ja, bij de 1500 meter en de vijfduizend meter heb je meer uithoudingsvermogen nodig. Bij deze afstanden ga je niet op je maximale snelheid en ben je langer bezig.
M: Ja, ik heb veel langere afstanden gedaan. Ik heb daar gemerkt dat verdeling van je wedstrijd essentieel is. Je techniek is daar dus ook gemaakt om zo efficiënt mogelijk te lopen zodat je het snelst mogelijke tijd kan neerzetten. Bij de sprint speelt dit een veel kleinere of geen rol, daar is het knallen en je frequentie hooghouden.
Welke afstand heeft jouw voorkeur en waarom?
L: De 100 meter horden, 100 meter sprint en 200 meter sprint hebben mijn voorkeur. Ik vind hordelopen erg leuk, omdat het wat anders is dan alleen sprinten. Je moet zo snel als je kan over de horde gaan en dit vind ik heel erg gaaf.
M: De 400m en de 800m hebben mijn voorkeur. Het mooie aan de 400m is dat je alles moet geven in 1 rondje maar dat je ook helemaal kapot kan gaan. De 800m heeft dit ook, maar hier kan ik de techniek die ik leer tijdens de sprinttrainingen combineren met het duurvermogen wat ik train.
Doe je ook de technische nummers, zoals horden?
L: Ja, ik vind hordenlopen heel erg leuk.
M: Nee, ik vind rechtdoor rennen al moeilijk genoeg 😊
Hoe is deze groep tot stand gekomen?
L: Onze trainer Robin trainde samen met Nadine voor de sprint. Dit leek meerdere mensen erg leuk en zo zijn er anderen bij gaan komen trainen.
M: Robin Roelink trainde zelf altijd al Nadine. Tijdens de Coronacrisis, voegde ik mij samen met 3 andere duurlopers zich bij de groep om ook alternatieve training te doen, wat dan op de duurloop van pas kon komen. Uiteindelijk voegden zich daar 2 andere sprinters bij (waaronder Lauraine) en toen was de groep geboren. Dit bevalt voor iedereen erg goed, door de verschillende achtergronden van de atleten maakt dat het erg leuk.
(Robin Roelink (sprinttrainer), Nadine, Max en Matthijs. Lauraine ontbreekt)
Hoe vaak trainen jullie in de week?
L: Ik train 3 keer in de week op de baan.
M: De groep traint op maandag en donderdag. Ikzelf train nog 1x per week bij de EUR Roadrunners in Rotterdam en vaak doe ik nog minimaal 1x per week een training voor mijzelf.
Altijd dezelfde trainer of wisselt dat ook?
L: Op maandag en donderdag heb ik training van Robin Roelink, op dinsdag van Gerrit Jurjens.
M: Op maandag train ik vaak bij de groep van top triatleet Daan Schouten mee, op woensdag vaak weer bij een wisselende trainer in Rotterdam en donderdag dus bij trainer Robin Roelink.
Wie is jullie voorbeeld?
L: Mijn voorbeelden zijn Dafne Schippers en Nadine Visser.
M: Ik heb geen specifiek voorbeeld, iedereen brengt wel iets belangrijks.
Foto archief: sportfoto-oost.nl
En ook nog studeren?
L: Ja, in september begin ik met de studie bewegingswetenschappen in Groningen.
M: Ja! Ik ben afgelopen jaar begonnen aan mijn eerste jaar Economie en Bedrijfseconomie in Rotterdam.
Door wie zijn jullie bij atletiek gekomen?
L: Vroeger reed ik wel eens met de auto langs de atletiekbaan in Almelo. Toen zei ik altijd tegen mijn moeder, dit wil ik ook gaan doen.
M: Ik ben zelf niet door iemand bij atletiek gekomen maar door het evenement wat SISU organiseert, de Almelo Allee.
Hoe zijn jullie de corona tijd doorgekomen?
L: Het was wel jammer dat we niet op de baan konden trainen, maar ik heb thuis veel hardgelopen en krachtoefeningen gedaan.
M: Erg goed! Sinds de Corona tijd train ik een combinatie van sprint een duurwerk, en de trainingen hebben meer effect dan ooit.
Komt het outdoor seizoen langzaam weer opgang?
L: Ja, er worden steeds meer wedstrijden georganiseerd. Dit is natuurlijk heel erg leuk.
M: Je ziet nu dat veel wedstrijden worden ingehaald na de Corona Crisis, je hebt denk ik nog meer wedstrijden dan anders. Het outdoor seizoen is weer helemaal opgang gekomen.
Waar lopen jullie de volgende wedstrijden?
L: Onze volgende wedstrijd is zaterdag 15 augustus in Nijmegen.
M: Als volgende wedstrijd loop ik de Next Generation Atletics wedstrijd in Nijmegen en in september nog de 9e Spectades in Vierpolders.
Wat is jullie uiteindelijke doel. Ooit nog eens schitteren op de FBK Games?
L: Mijn uiteindelijke doel is om beter te worden op de horden en snellere tijden te gaan lopen op de sprint. De FBK Games zijn voor mij denk ik te hoog gegrepen, maar het zou natuurlijk super gaaf zijn om daar ooit aan mee te doen.
M: Ik denk persoonlijk niet dat het haalbaar is om de FBK Games te halen. De volgende wedstrijd is telkens mijn nieuwe doel, zo bekijken we elke keer wel opnieuw wat er haalbaar is. Wat het einddoel is gaan we zien…
Wat is SISU voor een vereniging?
L: SISU is een gezellige en leuke atletiekvereniging. We hebben een leuke groep waarmee we trainen. Elk jaar doen we mee aan competitiewedstrijden en deze wedstrijden zijn altijd heel erg gezellig. Ook worden er dingen georganiseerd naast de trainingen, zoals een kamp. Dit is altijd heel erg leuk.
M: SISU is een ontzettend leuke vereniging, die wordt gedreven door veel gepassioneerde vrijwilligers. Er heerst een hele leuke sfeer waar bijna iedereen elkaar wel kent en waar iedereen echt samenkomt voor hun sport, atletiek. Mijn vriendengroep heb ik leren kennen via SISU, het is zoveel meer dan 1x of 2x per week trainen.
Nog aan andere sporten gedaan?
L: Ja, ik heb vanaf mijn 6e tot mijn 12e aan turnen gedaan.
M: Zelf heb ik vroeger geschaatst en zit ik nu af en toe nog op de wielrenfiets of zwem ik baantjes.
Nog een ultieme wens?
L: Mijn ultieme wens is om veel sneller te worden op de horden en de sprint. Ik hoop dat dit mij lukt en dat ik veel pr’s ga lopen.
M: Mijn ultieme wens is nog zo lang mogelijk beter worden in Atletiek. En uiteraard mijn studie succesvol afronden en een goede baan vinden.