CSI Twente terug naar hoger niveau

Met het in ere herstellen van de vier sterren-status bij het springen, een terugkeer van de basissport en een prominente rol voor dressuur lijken de belangrijkste voorwaarden aanwezig om het CSI Twente 2023 van woensdag 7 tot en met zondag 11 juni te laten uitgroeien tot een succesvol en gevarieerd hippisch evenement. “We verwachten veel goede deelname”, aldus organisator Rob Maathuis. “Ook al omdat een aantal concoursen dit jaar niet doorgaat of niet op dezelfde data zit als wij.” In de aanloop naar de 47ste editie is hard gewerkt om het terrein van het Equestrian Park Erve Maathuis verder te verfraaien als landgoed. Zo werden dit voorjaar tientallen nieuwe bomen extra aangeplant en enkele honderden meters heg aangebracht. Ook werd het hekwerk verder uitgebreid.

Op hoofdpiste met gras
Alle rubrieken bij het springen op internationaal niveau worden gereden op de hoofdpiste met de grasbodem. “Voor ons een uniek selling point”, aldus Rob Maathuis. “Met Valkenswaard zijn we het enige topconcours in ons land dat dit biedt, net als beroemde concoursen in het buitenland zoals Aken, Calgary, Dublin, Rome, Madrid, La Baule, Mexico City, Hamburg, Hickstead, Wiesbaden en Falsterbo. Ook die worden allemaal op mooie grote graspistes verreden.” Behalve het CSI4* wordt ook het CSI1* er volledig afgewerkt. Van donderdag tot en met zondag worden er veertien rubrieken verreden over hoogtes van 1,20 tot en met 1,55 meter.

De organisatie is optimistisch gestemd over de toekomst van het CSI Twente. Directeur Rob Maathuis: “We zitten in een goede flow. We hebben veel deelname en ons terrein wordt alleen maar mooier. Hopelijk kunnen we de paardensport in onze regio meer mogelijkheden gaan bieden om hier wedstrijden te houden, als daar behoefte aan bestaat. We willen onze accommodatie graag zo inrichten dat zoveel mogelijk mensen in de buurt daar profijt van hebben.” Hij vervolgt: “Als er draagvlak voor is, moet er wel sprake zijn van een breed commitment uit de regionale paardensportwereld. Nu kunnen we het terrein naar eigen inzicht inrichten en opwaarderen met minder incidentele kosten en meer vaste elementen en zo een soort plug and play creëren voor grotere concoursen.”